L-fet v.> K-w
Vlie wegkroop achter een schelpenzuiger omdat
hij meende dat een Engelsche torpedojager hem
nazat; 't was echter een Hollandsche en na bescho
ten te zijn door de kustwacht werd het heele stelle
tje geïnterneerd, de waarnemer, een gewoon sol
daat, blij en de officier-bestuurder de smoor in.
Even later verscheen een zeppelin die hem
benzine had moeten brengen.
klungels en nuffende stelletjes. We horen later
van de boerin dat er socialistisch luchtje aan de
meeting was.
Over de uitrusting en het gedrag van de jongens:
We verwisselen de schoenen tegen mooi gevette
waterlaarzen. Jan doet ze onder zijn broek. We
nemen de kijker en onze jassen mee; op de vlakte
staat een reuzenwind. De plassen en polderslooten
ïexel, Doolhof
w>- -
V
's- v'
v' V
Over een zingende bakker in Oudeschild, niet
met name genoemd:
Jan koopt brood van een oude kletsmajoor van
een bakker, maar moet zijn laatste 1100 gram bon
nen afgeven. De bakker blijft nog wat hangen,
zingt o.a. een liedje van de eerste spon (?slecht
leesbaar), dat zijn 93jarige kindsche oom nog
zingt, en vertelt van oud-Texel.
(Er is veel gedoe beschreven over die broodbonnen,
maar in het dagboek staat ook dat de boeren de
jongens verzekeren, dat ze nog heel wat tarwe
achtergehouden hebben, en zich geen zorgen hoe
ven te maken over tekorten aan brood.)
zijn door de vele regen flink gestegen en het land
is drassig. We springen heerlijk slootje, ik overtref
me zelve. Jan springt er een keer in; een golf water
vliegt hem bijna over het hoofd; hij is klets, maar
met zulk weer droogt het hard. Aan den dijk
rooken we een cigaret en repeteeren scheikunde!!!
Een intrigerende beschrijving van gebruik van
wier, oftewel zeegras, op het land:
In zee liggen netten, Jan denkt voor visch; ik denk
om wier op te vangen. De zeedijk ligt vol met
gedroogd wier, ook bij de Keijzer op 't land ligt
wier (ook kalkaarde)
Oudeschild was toen ook al een rood dorp, zo
blijkt uit het volgende:
In het Doolhof moeten volgens een annonce in de
Texelsche Courant vandaag twee sprekers komen
tegen het drankmisbruik, eene Willemse uit Den
Haag en een mijnheer van Oudeschild.
(Verderop beschrijven ze de lezing als volgt:) Onze
oude kampeerplaats is stampvol met najouwende
Nog een agrarisch interessante passage:
(Het gaat hier weer om de familie Kikkert van
Rozenhout.)
We gaan aanstonds met de Kikkert naar Den Burg
naar de markt; hij moet lammeren gaan markten.
Er worden 10 lammeren gemarkt; flinke groote,
bijna niet van schapen te onderscheiden. Hij
wil er evenals de vorige keer f 15,- per stuk
Nummer 90, maart 2009 Historische Vereniging Texel 23