FJUud,,(<ric[id". Het is ten strengste ver boden het eiland „Griend' te betreden of aldaar te landen. Dit verbod heeft, zoo wel op de onbegroeide als op de begroeide deelen van het eiland betrekking. Het Bestuur der Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland Heerengracht 260/266 Amsterdam. hadden geringe diepgang en de bun werd wegge laten om meer vracht te kunnen vervoeren. Zo zal dit type schepen ook gebruikt zijn bij het halen van harendhooi van Griend. Dat is in ieder geval in de droge zomer van 1893 gebeurd en ook is bekend dat in 1896 Biem Lap van Zeewijk met de visser Henkes uit Oudeschild en diens blazer naar Griend ging. De familie Lap uit Den Hoorn had er dus steeds pachtgeld en veel arbeid en vervoerskosten voor over om zo ver van huis hooi op Griend te winnen. Ze moesten het van ver halen en ook het vervoer op zich was niet zo gemakkelijk. De grote hoeveel heid zilte rus, de Harend, waaruit het hooi bestond was zeer glad en niet zo gemakkelijk op een schuit te laden. Ook van de hooizolder gleed het gemak kelijk naar beneden. Misschien zagen ze in het harendhooi ook nog andere voordelen dan alleen maar als voer. Het zoute hooi kwam misschien ook de gezondheid der dieren ten goede. Griend in handen van Natuurmonumenten Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat bezoekers van Griend daar ook eieren verzamelden, want eieren rapen was een lucratieve bezigheid. Vanaf Ter schelling kwamen er steeds eierrapers naar Griend. Hoe de pachters van Griend dat eierrapen regel den, weten we niet. Wel was het recht van rapen vaak aan pacht verbonden. Op Texel was het zelfs zo dat K. Lap Bzn. op 29 maart 1897 per advertentie in de krant liet weten dat: Het streng verboden was eieren te zoeken op zijn hofstede Zeewijk. De eieren op Griend werden in ieder geval ook zo nu en dan in grote hoeveelheden geroofd. Op Griend leefden zeer veel zeevogels en werden er ondanks de wettelijke bescherming dusdanig veel eieren geraapt dat men in 1907-1909 van sterntjes- moord sprak. Eind negentiende- begin twintigste eeuw werden er wetten ter bescherming van vogels gemaakt en ontstonden er verenigingen ter bescherming der natuur. Onder andere werd de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten opgericht in 1905 en ontstond er een uitgebreide vogelwetgeving (Vogelwet 1912/1914) Door de inzet van de Rijksveldwachter H. de Haan uit West-Terschelling werden er sinds 1912 tijdens de broedperiode twee vogelwachters op Griend gestationeerd. Zij moesten er op toezien dat er geen verstoringen plaatsvonden. Ook de heer J. Drijver uit Den Hoorn op Texel trok zich de vogelwereld van Griend aan en hij schreef een brief naar Natuurmonumenten waarin hij Natuur monumenten voorstelde om het recht op het gras gewas van de familie Lap over te nemen. Dan kon- Fig5 Verbod op Griend te verblijven. den zij het eiland beheren. Op dat moment voelde het bestuur er echter niet voor. Later wel, maar toen liet de familie Lap, via een brief (16 October 1916) van hun zwager C. Garritsen weten (fig. 6) dat ze het voorlopig niet verkochten. Doch kort erna op 14 november 1916 wordt toch door "de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland" het grasgewas (23ha) aangekocht van de combinatie van eigenaren, de erven Biem Lap uit Den Hoorn (Texel). Dit voor de som van 1000, die door tien idealistische leden van de vereniging gedoneerd was. In april 1917 kwam een regeling voor het huren van de ondergrond van Domeinen tot stand. Jaarlijks werd door Natuur monumenten 1,00 aan Domeinen betaald. Veranderingen op Griend Het aanleggen van de Afsluitdijk (1932-1934) had veel gevolgen voor Griend. De waterberging in de Zuiderzee verdween, waardoor de vloeden in de Waddenzee hoger werden en het eiland veel vaker door zeewater overspoeld werd. De bodem verzilt- te steeds meer waardoor er een andere planten groei ontstond. Was er tot 1932 nog een stevige grasmat met de Harend op de hogere kwelder, na de overstromingen kregen we te maken met een andere plantengroei. Meerjarige planten, die op Griend boven de hoogwaterlijn thuis hoorden zoals de Harend zijn na 1932 grotendeels verdwe nen. Er bleven meest eenjarige plantensoorten 8 Historische Vereniging Texel Nummer 90, maart 2009

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2009 | | pagina 10