en stierven de twee jongsten er. Enkele maanden na
de geboorte en dood van het jongste kindje overleed
ook de moeder Neeltje Zuidewind-Eelman.
Het huishouden van dominee Huizinga
Huizinga woonde in een grote, bewerkelijke oude
pastorie in de Waalderstraat. Hij had een druk huis
houden, een gezin met 6 kinderen, veel aanloop van
kennissen, gemeenteleden, collega's, enzovoort. In de
zomer kwamen er vaak familieleden logeren, voor
een week of soms zelfs voor meer dan een maand. In
zo'n huishouden was veel werk te doen. De huisvrouw
werd bijgestaan door een meid, meestal een jonge
vrouw die enkele jaren voor haar huwelijk werkte als
inwonende hulp. Er was ook een wasvrouw en in de
schoonmaaktijd kwam er extra hulp.
Huizinga had na de dood van zijn echtgenote in
1851 een huishoudster in dienst genomen, Geke van
Giffen uit Groningen. Die nam in 1863 ontslag om
bij dominee Huidekoper in De Waal te gaan werken,
wiens vrouw in het kraambed was gestorven. Daar
was maar één kindje, het was daar veel rustiger dan
in het gezin van Huizinga. In de loop der jaren was
de situatie bij Huizinga flink veranderd, er woonden
toen nog twee kinderen thuis, Sina en Menno. De
anderen woonden elders, in Groningen en Frankrijk.
Eigenlijk was Sientje, met haar 15 jaar, nog veel te
jong om na het vertrek van [de huishoudster] 'tante
Geke' als 'vrouw des huizes' op te treden, maar het
kon niet anders. Haar zus Katrina was in Hoogezand,
als gezelschap voor grootmoeder Meihuizen. Ze zou
daar blijven tot grootmoeder was overleden. Sina
moest het maar redden, met de meid.
20 February 1863. Brief van dominee Huizinga aan
zoon Samuel in Mulhouse:
Sientje is eigenlijk nog te jong om haar van de
school te nemen en met de taak van huishoudster te
belasten. Ik weet niet of ik weder genoodzaakt zal
zijn naar een andere jufvrouw om te zien, maar
waar vind ik eene die Tante Gé vergoeden kan, die
immers altijd met zooveel liefde als een moeder
voor u gezorgd heeft. Kon Katrina nu geschikt
tehuis komen, dan zou 't zeker nog wat beter gaan,
maar Grootmoeder zal haar ongaarne missen. Nu
zal het zich nog wel zoo wat schikken, zoolang
Tante Gé hier zoo in de nabijheid blijft, maar t zal
wel niet lang duren of Huidekoper wordt beroepen
en dan ben ik van een hoognoodige hulp verstoken
voor altijd.
Dat moment kwam al snel.
15 November 1863.
Afscheidspreek van Dominee Huidekoper, vertrekt
naar Bolsward.
De meeste meiden bleven slecht enkele jaren in
dienst, dan trouwden ze om een eigen huishouding
te beginnen. Martje Visser was meid bij Huizinga van
1871 tot 1873. In die periode woonde Katrina weer
op Texel. Zij was toen 27 jaar oud en als ongetrouw
de domineesdochter de vrouw des huizes.
Sina was in de zomer van 1873 getrouwd met domi
nee Hein Koekebakker en woonde als dominees
vrouw in De Waal.
3 september 1873.
Aan Bakels gaf ik 5 gulden mede om die in de
Spaarbank te zetten voor Martje, onze meid, die
morgen trouwen zal met Jonas Schagen aan 't Oude
Schild. Martje is laatstleden maandagavond van
hier vertrokken met Jonas nadat zij des namiddags
naar de Waal was geweest om van Sina afscheid te
nemen. Katrina en ik hadden haar met eenige
geschenken begiftigd (ik een Chinees verlakt thee
blad, tobbetjes en 5 gulden in de Spaarbank,
Katrina en Sina een serviesje enz., Sina had haar
trouwjapon gemaakt). Wij zullen nu 20 september
Neeltje Zuidewind als meid l<rijgen. Vooraf moeten
wij het redden met een dochter van jufvrouw
Gersen, enz.
Het kwam wel eens voor dat de meid meer last dan
gemak gaf. Ze woonden in, leefden met het gezin
mee en dat was niet altijd makkelijk, bij ziekte
bijvoorbeeld. Dan moest er rekening met haar gehou
den worden. Martje was ook wel eens ziek geweest:
17 October 1872.
Daar onze meid Martje weer ongesteld is schuift
Sien haar voorgenomen reis met Aal Koekebakker
naar Wormerveer op. Aal vertrekt dus des middags
alleen, zeer teleurgesteld. Martje ligt met de koorts.
Dat was nog te overzien. Eerdere meiden hadden bij
voorbeeld bloedspuwingen, koorts en rheumatiek, of
een gebroken arm. Een andere was traag, weer een
andere was buiten zichzelf van liefdesverdriet.
Met [de nieuwe meid] Neeltje Zuidewind was het
veel erger gesteld. Ze werd ziek en zou daaraan over
lijden. Huizinga noteerde het een en ander over haar
toestand en ziekteproces, waardoor zijn huishouden
in grote problemen kwam. Hij toonde zich in zijn
aantekeningen weinig met Neeltje begaan, maar
maakte zich vooral druk om zijn eigen problemen.
Het werk werd er niet minder om en wie moest dat
nu doen? Dochter Katrina!
Die had genoeg te doen en het werk van de meid
erbij doen was haar te zwaar. Het kwam blijkbaar
niet bij Huizinga op om tijdelijk andere vrouwen te
hulp te roepen, en niet te vergeten: die kostten geld
en daarvan bezat Huizinga niet veel.
Nummer 89, december 2008
Historische Vereniging Texel
23