VERMANINGEN IN DEN BURG
Vermaningen en vermaners van Texel (deel 1)
bijvoorbeeld Friesland. Die zaken lagen uiterst ge
voelig. De machtige Rooms-Katholieke Kerk voelde
zich bedreigd en deed allerlei pogingen om de heer
schappij te behouden. Geloof en economie zijn altijd
samengegaan. Verlies van oppermacht betekende niet
alleen verlies van gelovigen, maar ook verlies van
inkomsten. Het werd dus een harde strijd.
Menno Simonsz was één van degenen die zich af
vroegen of wat de paus verkondigde, nog wel waar
was. Hij kwam tot de conclusie dat dat niet zo was
en dat God een andere levenshouding eiste van Zijn
gelovigen. Een van die veranderingen was de volwas-
senendoop. Daar ijverden hij en zijn volgelingen
voor en tot op de dag van vandaag staan de Menno
nieten of Mennisten bekend als doopsgezinden of
wederdopers. In de eerste helft van de 16e eeuw
werd de strijd voor geloofsvrijheid vooral door
Dopers gevoerd, hoewel dat niet overal gold en het
onduidelijk is of er in die tijd op Texel Dopers waren
en zo ja, of het er zoveel waren dat ze een stem in
het kapittel hadden. Waarschijnlijk niet. Van Calvi
nisten waren er heel weinig in ons land. Die kregen
pas hier voet aan de grond, ten tijde van de Opstand
of Tachtigjarige oorlog.
In de Nederlanden was de strijd tegen de rooms-
katholieke koning Filips een economische strijd, die
door velen gevoeld werd als een strijd voor
geloofsvrijheid.
De leider van de Opstand was prins Willem van Oranje,
Deze serie van drie artikelen is een beknopt vervolg
op hetgeen Gerard van der Kooi in zijn boek 'De
Wynberch des Heren' (Godsdienstige veranderingen
op Texel 1514-1572) heeft geschreven over de begin
tijd van de Doopsgezinden op Texel. Met name de
plaats van de gebouwen (Vermaningen)de voor -
komende leraren, en de eerste vermeldingen in de
archieven komen naar voren. Er zijn in het verleden
slechts enkele summiere pogingen gedaan om de
plaats te bepalen van alle op Texel voorkomende
Vermaningen en van welke signatuur zij waren. De
beschreven periode loopt van ca. 1550 tot 1800, met
daarnaast wat wetenswaardigheden uit later tijd.
Om enig inzicht te krijgen in de diverse groepen
Doopsgezinden volgt op pagina 24 een korte
toelichting op door mij gebruikte benamingen.
In dit artikel wordt het woord Vermaning in beide
betekenissen (geloofsgemeenschap en gebouw waarin
de gelovigen hun diensten houden) gebruikt.
Genummerd zijn de verschillende gebouwen waarin
de Doopsgezinden kerkten. Is er geen nummer
die daardoor ook het symbool werd van het gevecht
om vrijheid van godsdienst. Uiteindelijk wonnen de
Protestanten. Maar ook al heb ik het met een hoofd
letter geschreven als naamsaanduiding, het beteken
de niet dat er van een duidelijk afgebakende groep
sprake was.
Menno Simonsz en zijn volgelingen waren niet geac
cepteerd en moesten vluchten. Bovendien waren ook
binnen de beweging mensen die wel het principe van
de volwassenendoop onderschreven, maar verder
andere opvattingen hadden. Daardoor ontstonden
ook binnen de doperse beweging scheuringen. Toch
was er, juist omdat de Tachtigjarige Oorlog als gods
dienstoorlog werd gevoeld, een zekere mate van
geloofsvrijheid. Dopersen en andere splintergeloven,
mochten hun geloof uitoefenen, zij het soms in de
verborgenheid. Zij kwamen bijeen op plaatsen, zoals
huiskamers of in de openlucht, of waar er maar plek
was om te vergaderen. Als de groep te groot werd,
begon men "schuilkerken"te bouwen. Bij de Doops
gezinden werden zowel de geloofsgemeenschap als
de vergaderplaats Vermaning genoemd.
Texel is altijd een eiland geweest waar Dopersen 'ver
gaderd' waren en nog steeds vinden we ze en hun
Vermaningen, nu als onderdeel van het gewone leven,
hier op Texel.
Marijke Palm
gebruikt, dan is er sprake van een nieuwe geloofs
gemeenschap door samengaan van twee groepen en
blijft het gebouw van één van de twee in gebruik.
1 De Vermaning, later Friese Vermaning aan de
Hollewal (ca. 1550 - ca. 1650)
Eén van de oudste Vermaningen op Texel was in een
brouwerij aan de huidige Hollewal, toen Gasthuis
straat, ter hoogte van de ingang van het huidige
Verpleeghuis, Hollewal 2. Deze Vermaning zal
mogelijk van ca. 1550 dateren. In 1744 beschrijft een
anoniem gebleven broeder of zuster de geschiedenis
der Doopsgezinden op Texel tot dan toe (DGT
nr. 49). Hier wordt medegedeeld dat er een Vermaning
was in een voormalige brouwerij, waar nu Albert
Dirksz Keijser woont, zoon van de liefdepreker Dirk
Pietersz Keijser. Van deze brouwerij is al sprake in
1625 als Cornelis Dirks in de Boomgaard/Brouwerij
een huis met boomgaard, schuur en brouwerij
Nummer 88, september 2008
Historische Vereniging Texel
23