gevangenschap te ontvluchten. Na omstreeks 1750 kwam de lossing geheel in handen van de Republiek en vervingen de Staten Generaal het vrij kopen van slaven door een soort cadeaustelsel (Van Eeghen, 70). Eens in de zoveel tijd kreeg een Noord-Afrikaanse heerser dan een aantal geschenken in plaats van losgeld aangeboden, waar na de gevangenen werden vrijgelaten. Ging een ver loste zeeman opnieuw varen, dan bestond natuurlijk het risico dat zijn schip opnieuw werd gekaapt. Het is mogelijk dat een dergelijk lot Gerrit Jansz te Koogh overkwam, omdat hij zowel in 1671 als in 1672 als gevangene wordt genoemd. Zie daar toe de lijst met Tesselse slaven hierachter. Een merkwaardig collectevoorbeeld Hoe ging men in het thuisland te werk bij het inza melen van geld voor het gevangen familielid? De echtgenote of verwanten probeerden dat op allerlei manieren. Men begon met een verzoek aan de diakonie van de plaatselijke gereformeerde kerk. Daarnaast werden met een collecteboekje Fragment uit collecteboekje met toezegging door Burgemeesters van den eylande Texel, coii. kog gemeentebesturen en collega-zeelui benaderd. De werkwijze daarbij was als volgt. Wie bereid was geld te geven, tekende voor een bepaald bedrag in. Hij verklaarde zich bereid het genoteerde bedrag te voldoen zodra de gevangene was teruggekeerd in zijn vaderland. Er werd dus nog niet betaald. Zodra het benodigde bedrag volledig was toegezegd, kon de procedure tot de vrijkoop beginnen. Niet eerder, want er was natuurlijk altijd de mogelijkheid dat de gevangene op een andere manier zou vrijkomen, of dat hij in gevangenschap zou overlijden. Zodra de slaaf vrij was werd begonnen met het innen der toe gezegde bedragen. Om het vereiste bedrag bij elkaar te brengen maak ten sommige collectanten reizen door de gehele provincie. Bij het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap wordt een bijzonder collecteboekje bewaard. Het is de neerslag van de opbrengst die Tenijntie Stoffels van Amsterdam bij elkaar wist te halen om haar man Joost Pietersz los te kopen. Zij kreeg op 22 maart 1692 toestemming om een collecte te houden "omme de Aalmoessen, die door wei-menende en mededogende menschen geteekent of belooft zijn, en nog geteekent of belooft souden mogen werden tot lossinge van Haar man Joost Pietersz, ge vangen slaaf in Barbarijen, te mogen ontfangen en ophalen, en die te brengen onder handen van de Heer- en Aalmoesseniers Regenten, alwaar de selve in seeker- heyt sullen blijven berusten, tot dat by de Hooge Overig- heyt ordre [opdrachtjtot lossingen vanden voorsz. Slaaf voor den eersten Penning sal zijn gestelt". Tenijntie was echter een zakenvrouw. Ze ging niet zelf op pad, maar huurde voor een paar stuivers collectanten in. Deze bereisden heel Noord-Holland om toezeggingen te verwerven. Tenijntie ging daar onverdroten mee door, maar viel uiteindelijk door de mand toen bleek dat haar man allang thuis zat. Ze werd voor straf in Amsterdam enkele dagen aan de kaak gesteld en daarna voor een paar jaar uit de stad verbannen. Gegevens betreffende Tesselse slaven De door Tenijntie ingehuurde collectanten kwamen zelfs op Texel. Het bewijs daarvan vinden we in het genoemde boekje. Haar gezanten gingen de kerkelijke diakonieën, het gemeentebestuur en de schepen op de rede af. Ze scoorden daarbij de volgende toezeggingen: - van onderstuurman Hendrick Willemsz van Tessel: 1 gulden; - de diaconen van Den Hoorn belooven tot losingh deze slaaf: 2 gulden 10 stuivers; - die dyakenen van De Wiel belooven tot lossenge van deze slaef als bi in kristenlant sael gekoomen sin twee gulden tien stuivers, seg f.2-10; [deze toezeg ging ontbreekt helaas in het boek Handelingen van de kerkeraad en de diakonie (1654-1703) van De Wkal]. - Burgemeesters van den eylande Texel belooven tot lossing vaan deze boven genoemde slaef als hy In cristenlanden sal gecoomen syn te geeven: fijf gulden, segf.5- [was getekendJacob Hendricksen backer, Jacob Euwensz Boon], De laatste was volgens het Boek der Kerkmeesteren (Archief Ned. Herv. Kerk no.1) inderdaad presi dent-schepen in 1683 en burgemeester in 1693 en 1694. - De diaconije van Den Burg op Texel belooft desgelijks een rijksdaelder, f.2-10 [was getekend door Sam. Solinus, de predikant] - De Diakonie van't Schil insgelijx een rijxdaalder f.2- 10 [was getekend door Corn. Lens]; - (doorgehaald: Cornelis Droncker beloove tot lossin- 14 Historische Vereniging Texel Nummer 88, september 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 16