Algiers, anonieme tekening omstreeks 1820. Op de voorgrond twee Nederlandse oorlogsschepen. Colt. Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam werk werden gesteld. Ik heb mij al deze jaren voor genomen om daar iets mee te doen. Nu is het ein delijk zover. Voor een goed begrip van de gehele slavenhandel is het echter nodig eerst enig inzicht te geven in de algemene problematiek. Slavernij. Berichten over slaven zijn er al heel lang; zeker dui zenden jaren. Waarschijnlijk werden de pyramiden in Egypte door hen gebouwd, de joden waren volgens de overlevering eveneens slaven in Egypte, in het Tweestromenland (Assyrië/Babylonië) kende men slaven, de Grieken en Romeinen hadden ze, en ook in het Nieuwe Testament komen ze voor. In Europa kende men heel lang onderhorige boeren, enzovoorts. Het is ondoenlijk en ook overbodig hier een uitputtende opsomming te geven, te meer daar zelfs vandaag de dag nog uit alle mogelijke windstreken berichten opduiken over slavenhoude- rij. En het dagblad Trouw publiceert op 12 maart 2008 nog een artikel onder het kopje: Slavernij bestaat hier (in Nederland dus) nog steeds. Bij slavernij hoort slavenhandel. Onder degenen die bij de slavenhandel betrokken zijn, kan men drie groe pen onderscheiden: handelaars, transporteurs en slachtoffers. Alleen de Tesselaars die tot deze laatste groep behoren zijn het onderwerp van dit artikel. Allereerst zijn er dus de slavenjagers en -hande laars, die er voor zorgen dat er levende koopwaar is. In het tijdvak dat wij hier willen bespreken, de periode van het eind der 16e eeuw tot ongeveer de helft van de 18e eeuw, kon dat op verschillende manieren. In Afrika bijvoorbeeld overviel de ene stam de andere en verkocht dan de gevangenen aan slavenhandelaars. Zo was er een Arabische en een Afrikaanse slavenhandel, waardoor talloze moslims als slaaf op galeien terecht kwamen. Daarnaast overvielen Noord-Afrikaanse kapers/zeerovers sche pen, behielden de buit en verkochten de buitge maakte opvarenden als slaaf. Niet alleen in oorlogen met Noord-Afrikaanse landen maar ook met die in West-Europa (Frank rijk, Engeland) werd in mensen gehandeld. Het was in oorlogssituaties gebruikelijk om kaperbrieven uit te geven, zodat schepen van een land waarmee men in oorlog was dan 'legaal' konden worden over vallen. De bemanning werd daarna ergens aan wal gezet en tot de oorlog voorbij was of een losprijs was betaald, als gijzelaar gevangen gehouden. Daar waren ook vrouwen en kinderen onder (zie bv. het artikel van Blessing: 'de prijs voor mij werd op mijn hoed geschreven, die voor mijn vrouw op haar borst'). In ons land hanteerde men eveneens die praktijk. Het is onzeker of in al deze gevallen over slaven gesproken kan worden of dat het meer om krijgsgevangenen ging. Maar waar in mensen gehandeld wordt, daar is mijns inziens altijd een vorm van slavernij aanwezig. We laten echter even tuele Tesselse slavenmakers buiten beschouwing. Dat er eilanders op een kaperschip voeren en ande re schepen overvielen, lijkt wel zeker. Enkele Nummer 88, september 2008 Historische Vereniging Texel 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 11