ver weg in Amsterdam, uitsluitend botanisch geïnteresseerd, aan hem had hij het toch wel kunnen vertellen? Dit mysterie zal wel nooit opgehelderd worden. Arthur Oosterbaan Met dank aan Jacques Dijt, die met de brief en de foto aan kwam zetten, Kees Bruin van Staats bosbeheer en Wilma Eelman voor verdere informatie, en Ecomare voor het bewerken van de foto. Arthur Oosterbaan en de redactie ontvingen van Jacques Dijt, onze voorzitter, nog enkele berichten die we zo illustratief vinden bij dit stukje, dat we ze u niet willen onthouden. Van Jacques Dijt aan Arthur Oosterbaan: Wat betreft de datering van de foto, daarover zijn de meningen in de familie verdeeld. Ik moet dus tot een gemiddelde komen en kom uit op 1907. Marius zou dan 15 jaar zijn en Grietje 16. Dat zou kunnen kloppen met het model FN motorfiets, dat in de jaren 1906 - 1907 werd geproduceerd. Er zaten de allernieuwste snufjes op, zoals een nieuw model voorvork (suspension forks), een doorwrocht riemaandrijvingssysteem en een versnellingssysteem dat zijn tijd ver vooruit was; later werd dat toegpast in DAF'jes. De cilinderinhoud was 224 cc. Opa had er een rieten mand op laten maken, aan het stuur bevestigd, zodat oma ook mee kon als passagier. Maar dat heeft niet lang geduurd, want haar lange rokken hielden de verkoelende rijwind tegen. De motor liep daarom steeds vast door oververhitting. Mijn vrouw en ik denken dat de opstelling in scene gezet is. We denken niet dat ze compleet met motorfiets de natuur in trokken. Hiervan getuigt de volgende anekdote, die zich vroeg op een zondagmorgen afspeelde: Opa, Grietje en Marius trokken er met hun botaniseertrommels op uit en kwamen een groepje kerkgangers tegen. Jullie gaan de verkeerde kant op werd hun toegeroepen. Als de motorfiets er bij geweest zou zijn, was dit onmogelijk verstaanbaar geweest. Toen Marius de lagere school had doorlopen werd hij op de H.B.S. in Alkmaar ingeschreven. De eerste schooldag moest hij reeds verzuimen, daar hij voor de kantonrechter moest verschijnen. Hij had namelijk een rondje op de motorfiets over Texel gereden. Daar het apparaat een hels lawaai veroorzaakte en hij geen rijbewijs bezat, was hij bij de politie aangegeven, kennelijk door iemand die niet tot de vriendenkring van de familie behoorde. Toen ik laatst mijn neef Jacques Dijt uit Haarlem (een zoon van Marius) aan de telefoon had, vertelde hij dat onze opa Jacques Dijt de hele flora van Texel kende; die kennis bracht hij over op zijn kinderen. Toen Marius 4 jaar was, kende hij alle Latijnse namen van alle grassen die op Texel te vinden waren (niet de Nederlandse...). Een bevriend botanicus van de vaste wal wilde dat niet geloven en nam de kleine Marius een examen af. Hij wist feilloos de voorgelegde grassen te benoemen. Van Jacques Dijt (Haarlem) aan Jacques Dijt (Den Burg) Dank voor toezending van het concept-artikel. Ik krijg de indruk dat het de auteur aan historisch besef ontbreekt. Termen als "hoogdravend"en "potsierlijk" slaan eigenlijk nergens op. Mogelijk heeft hij kritiek op het gebruik van wetenschappelijke benamingen. Mijn vader - en ook onze opa, die eveneens een opleiding in Wageningen had genoten - vond het juist heel belangrijk de wetenschappelijke terminologie te gebruiken. De landelijke, regionale en individuele benamingen van planten leidden vroeger tot verwarring, die men van wetenschappelijke zijde juist trachtte uit te bannen. Mijn vader kende van bijna alle planten de Latijnse namen, maar niet de Nederlandse! Als mijn vader verklaart dat hem niets van het voorkomen van cranberry's op Texel bekend was, dan kunnen we er van uit gaan dat hij de waarheid sprak en geen hem bekende feiten verzweeg. Hij had een enorme kennis van de duinflora, niet alleen van huis uit door de interesse van zijn vader, maar ook omdat hij omstreeks 1920 als bioloog zitting had in een overheidscommissie, die onderzoek deed naar de invloed van wateronttrekking op de plantengroei in de duinen, in natuurgebied de Brees- aap bij IJmuiden - thans geheel door de Hoogovens verwoest. De conclusies van het rapport, dat de wateronttrekking inderdaad een desastreuze invloed had op het milieu, waren de overheid niet welgevallig en het rapport verdween dan ook in de ambtelijke laden. Tot zover de correspondentie tussen de neven Jacques Jacques Dijt. Commentaar van de redactie: Uit dit artikel van Arthur Oosterbaan en de correspondentie tussen Arthur en de neven Jacques en Jacques Dijt kunnen we enkele conclusies trekken: De groeiplaats van de cranberry's op Texel was toentertijd nog een goed bewaard geheim. En het toenmalige taalgebruik tussen botanici week nogal af van de huidige huis-, tuin- en keukentaal. Maar ook Nummer 87, juni 2008 Historische Vereniging Texel 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 7