.een ton soute haring op, en nag gien dorst!" Langzaam en kwasi-ernstig en met een veelbeteke nende blik draaide Willem zich half om naar de bruiloftsgasten, die veel moeite hadden niet in lachen uit te barsten! Piet Arensman werd op een zondagmorgen in 1956 op de koffie genodigd bij de familie Jan Troost in Den Hoorn, waar ook diens broer Tinus aan wezig was. Het gesprek ging onder andere over het aanstaande huwelijk van Piet, die bezorgd opmerk te, dat hij slecht bij kas was en nog geen trouwpak had. "Je ken mien trouwpak wel overneme,zei Tinus, het hangt (al zestien jaar) zö goed as nuwt in de kast. Dat werd afgesproken. Piet fietste naar het Licht van Troost, waar Tinus en z'n vrouw woonden en kocht het pak - precies zijn maat - voor 70,-. In Nieuw Vennep werd het huwelijk ingezegend door Ds. Jan van Boven, die enkele jaren daarvoor nog predikant was in Den Hoorn. Vóór de dienst complimenteerde de dominee het paar met hun fraaie outfit. "En wat een mooi pak, Piet!" "Ja, dat heb ik overgenomen van Tinus Troost uit Den Hoorn." "Nou, als je 't ooit weg doet, hou ik me aanbevolen!" zei Van Boven. Nog dezelfde dag werd de deal gesloten. Piet verkocht het pak aan Ds. Van Boven voor 70,-. Een in Amsterdam studerend Tessels stel trouwde in 1970. De bruid zag er prachtig en "hip"uit met een grote flaphoed op haar lange loshan gende haar. Ze droeg een crèmekleurig halfdoorzichtig kanten tuniekpak. Op de receptie ontlokte dat een oude oom de volgende opmerking: Je sag alles fan de bruud, behalleve d'r gezicht!" Niet iedereen is even trouw lustig, zoals blijkt uit het volgende: Gerrit, tegen vrijgezelle dame: Wordt het niet J ers dêd dat je een man JJr neemt Ik weet er nag v y wel iên foor je." Zegt ze: fS "Al had ik een ton soute haring op, dan had ik nag gien dorst!" Los van het trouwthema volgen hier nog een paar anekdotes: Aan de noordkant van de Hemmerweg, vlak bij de Breemhoeve, staat een boet. Harry Bakker uit Den Hoorn had sien eige puur uutsloofd in die boet. Hij zei: "De skéépeboet die fan me moeder was, deer hèèw ik puur in weze taake en later hèèw ik 'm tot de liêmlaag uutmist." Over Tessels Prate gesproken! Pieter Dros (1842 - 1916) ging wel eens met z'n dochers naar Amsterdam. Ze hadden daar familie. Het gebeurde eens, dat hij midden in de drukke Kalverstraat een flinke wind liet. Vader, vader!" zeiden de dochters, niet doên, dat hore de mênse!" waarop hij opmerkte: Wie ken me gat in een freem- de stad?!" Iemand zei: Die man was zóó skeel, as het woenes- dag was kon-ie beie sundage siên!" Kees de Wijn van de scheepswerf sprak: D'r is maar iên maat, en da 's de goeie!" De uitsmijter is van Hein Blom uit Oudeschild. Zegt iemand tegen hem: "Moet je nag met fekansie, Hein?" Zegt Hein: Nurmetze kerme fan mee Skil wel ofheine!" Tot de volgende keer, Gré Dros 28 Historische Vereniging Texel Nummer 87 juni 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 30