Tessels Prate Na mijn jeugdherinneringen van de vorige keer nu maar weer wat anekdotes. Eerst een drietal uit "De Leste" van Jan van der Pijl en de andere kreeg ik aangereikt op de dialectclub of vond ik in m'n brievenbus. Hier zijn ze! De Tesselse jongemannen die in 1944 waren verbannen naar Assen, aten vrijwel elke dag rooie kool van de "Wilco", een conservenfabriek daar. Dat ze op het laatst geen rode kool meer konden zien, was dus te begrijpen. Onderweg naar huis, in 1945, ging op de boot het gesprek steeds over lekker eten, thuis bij moeders pappot. Wat keken ze daar naar uit! Toen de boot in Oudeschild afmeerde, zag een jongeman uit Den Hoorn zijn zus op de kade staan. "Hoj, Annie! Wat ete we??"riep hij luid. Annie, met de handen rond haar mond, gilde: "Rooie kóóól!" Ummel Bakker en professor Kees de Jager zitten naast elkaar op een Hoornder feest. Ummel: "Wee hèèwwe eerder op skool nag naast mekaar sete. Jee bent professor worre en ik boer. As jee nag twie jaar langer leerd had, was jee nou ok boer weest!" Jan Zoetelief en Dirk Witte ontmoetten elkaar. Jan: "Goeiemorrege Dirk fan de Menister!" Dirk: "Goeiemorrege Jan fan Goppie!" lan: "Weerom begin jee nou mitiên te skelde?" Dirk: "Bei-jee begonne of ik?" Ab van Klaas Jonker ("Appie Klaas") uit Den Hoorn was vrachtrijder met paard en wagen. Hij reed naar Den Burg en naar Oudeschild. Appie had een scheve rug en een beetje een bochel, maar lopen kon hij als de beste. Hij liep namelijk altijd naast de wagen, want anders wilde het paard niet lopen! Op een keer, op weg naar Den Hoorn, schrok het paard en sloeg op hol, "an de kletter", op z'n Tessels. Appie viel en werd overreden door een wiel, zodat z'n been gebroken was. Appie met z'n misvormde lijf voelde zich zó slecht, dat hij met opgeheven armen riep: "God, moet ik hier nou sterreve?" Toen ooit z'n paard aan koliek was doodgegaan en arme Appie daar zeer om treurde, namen een aantal Hoornder boeren gezamenlijk het initiatief om een nieuw paard voor hem te kopen. Gerrit Coevert zamelde geld in. Toen het mooie Gelderse paard op het pleintje werd uitgeladen, was heel Den Hoorn uitgelopen om het dier te bewonderen en de verraste Appie te feliciteren! Willem le Noble, kortweg "Nobel"genoemd, had een groentewinkeltje in Den Hoorn op Klif. Dat was geen vetpot. Nobel had een groentekar met een mooie vosbonte pony ervoor, zo ging hij zijn klanten langs. Hij kwam eens bij de vrouw van een welgestelde schapenboer, die een bloemkool wilde. Zegt ze tegen Nobel: "Nobel, Nobel, wat is die blomkóól toch duur!" Zegt Nobel: "Nou Jans, dat is toch mooi? Jij houdt toch ook niet van goedkope lammetjes?" Eind dertiger jaren was het in de stad mode een zilvervos als mantelkraag te dragen. Lekker warm en zeer elegant, maar op Texel baarde het nogal opzien. De vrouw van een Texelse horecaman had zo'n vos aangeschaft, hoewel ze zich er hier niet mee durfde vertonen. Maar op een reisje naar de overkant durfde ze het wel aan. Met de zilvervos om kwam ze even haar man gedag zeggen in de gelagkamer, waar al een paar stamgasten aanwezig waren. Het werd even stil en toen ldonk er een stem: 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2007 | | pagina 34