Martje Thoorn (Zie Dijt II, 163: 'Maritgen' Thoorn omstreeks 1600) naast een Cnier en Claesgen Everwijns. We vermeldden reeds Maritgen Cornelis Saetman. Ook is er een Ariaen Jacobsz Lap (Dijt II, 111: ca. 1580-1630), een Ariaentje Cornelis Bol en een Dirck Janssen Sidtvast. Tenslotte zou bij 'Neeltgen Krijnene wijf aan de latere familie Krijnen gedacht kunnen worden (zie Dijt II, 103- 107: begint Den Hoorn ca. 1670; hier zou het dus een voormoeder betreffen). Spijtig is dat van 29 personen geen naam wordt gegeven. Het betreft daarbij 28 vrouwen, hetgeen hun sociale positie tegenover hun echtgenoot nog eens onderstreept. Uit de gebezigde voornamen tenslotte blijkt bij de vrouwen de top drie te bestaan uit Maritgen/- Martgen (ll+6x), Tryn/Trentgen (9+lx) en Anna/Annitgen (9+lx), terwijl bij de mannen Cornelis favoriet is (14x), evenals Jan (13x), op afstand gevolgd door Jacob (7x). De lidmatenlijst We volgen hier de schrijfwijze van het origineel; gegevens uit andere bron zoals het register van de domeinen in het Nationaal Archief of het Transportregister van schepenen in het Rijksarchief te Haarlem staan tussen haakjes achter de namen. 'Overleden' of 'vertrokken' wil zeggen: tussen 1624-1628. De tekst luidt: Beginnend aan de ene zijde van het Clif aan de Hoochzijde. Cornelis Thoniss en Meys Aris Trentgen, weduwe van Floris Barent Janss Jacob Janss en Wits Siewerts Jan Evertss en Swaentgen Gerrits Cornelis Martss ('Loefïes') (genoemd als diaken) en syn vrouwe Jacob Corneliss een out vrier (vrijer) Stijntje een vrijster Pietter Corneliss tolck Symon Thoniss en sijn wijf (deze is mogelijk 'mennist', doopsgezind) Aris Corneliss en Neel Franss Willem Corneliss wever Meys Willem s Grietgen Arents Hessel Emmerts (overleden) Claes de wever en Beert Jacobs (beiden overleden) Cornelis Janss Duijncker (was diaken en schepen) en Gerbrich Hertgis (beiden overleden) Jacob Jacobtss en Aeltgen Folckerts Trijn Gerrits Griet Aris Zijts-oom Pieter Janss (overleden, diaken, mogelijk ook schepen) en Annitgen Willems (vertrokken) Lucas Cornelis brouwer en Martgen Pieters (woont op diek; mogelijk ook diakones) Claesgen Frans int gasthuijs Dirckjanss en Griet Jans (een echtpaar?) Baef Hertgis Cornelis Cornelis Toornheer Claes Pieterss en Anna Cornelis (C.P.: RAH 1622) Dirck Jacobts en Anna Gerrits Cornelis Classen en Anna Willems (dochter van ds. Willem Barentsz) (onzeker: Corn. Claessen is in 1606/1610 weesmeester van Den Hoorn, maar is dan gehuwd met Teng Jacobs; in 1622 leeft in den Hoorn Corn. Claessen Plompgeest, mogelijk dezelfde of een derde C.C.?) Frans Jacobts met sijn wijf Jacob Franssen (overleden) Symon Jacobtss (ouderling) Anna Cornelis Cnier Everwijns (waarschijnlijk getrouwd met een herbergier). Opmerking: in 1602 verklaart Jan Dammisz, warmoesgesel te Leiden, dat hij met Cunera Everwijns uit Texel, die een tijd lang als dienstmaagd in Leiden heeft gewoond en gewerkt, dat hij "met haer wel spraeck gehouden heeft gehad", maar zonder dat enige trouwbeloften zijn gedaan. Dit lijkt dezelfde persoon te zijn, nu 20 jaar ouder. Zie R.A.L. NA 30 no.115 dd. 16-6-1602. Anna IJsbrants Thonis barber en Wijntgen Aris Andreas Joannis Magnus Ecclesiasticus (predikant) Judith Cornelii (zijn echtgenote) Maritgen Cors Neel Jans Ariaentgen Cornelis Bol (ega van Jan Vollekerz timmerman) De schoolmeester Gerrit Steventss met sijn huijsvrouwe Neeltgen Willem Decker en Anna Reijers Martgen Hertgis Lysbet Cornelis Jannitgen Heyndrix Tryn Claes 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2007 | | pagina 28