Hotel de Lindeboom, collectie Klaas Uitgeest
met slijk geworpen, hier niets van dit alles."
"Niet ver van Oostereind, meer in het
midden van het eiland, ligt het dorpje de
Waal, welks eenvoudige goed onderhouden
huizen nog blijk geven van een
oorspronkelijken geest. Voorbij dit dorp
komt men door eene schilderachtige laan met
vrij hooge boemen".[Dit is ongetwijfeld de
nog steeds fraaie 'Bomendiek', alhoewel ook
daar de iepenziekte wel heeft huisgehouden.]
"Het dorp de Burg ligt met zijn twee torens
schilderachtig tusschen het geboomte zijner
tuinen; de straten zijn lang, bogtig en ongelijk,
de huizen meest van steen. In het midden is
een plein met oude linden en digt daarbij een
oude overdekte markt. De tuinen zijn vrij
groot, sommige zelfs kleine buitenplaatsen.
De liefhebberij voor bloemen is er algemeen
en pleit voor het karakter der inwoners, heb
ik goed gezien, dan is een zekere
aartsvaderlijke eenvoud en degelijkheid, in
verband met een afgezonderd leven, daar
nog zeer goed op te merken."
De Hoge Berg
"De laatste dag van ons verblijf had ik
bestemd tot een bezoek van den diluvialen
heuvel, door de Tesselaars met een zekere
trots de berg genoemd. Kleiachtige
wegen met diepe wagensporen leidden ons
over het ongelijke, breed golvende terrein,
door weilanden en bouwakkers. Hier en daar
hoorden wij het geblaat van schapen en het
verre geloei eener koe; er is iets klassieks in
deze natuur, en ik ken geen plekje van
Holland, dat op deze streek gelijkt. Aan de
slootkanten ziet men geheele velden zwart
van het zeewier, dat daarop is uitgespreid om
te droogen"
Texelaars spreken nu zelfs van de Hoge Berg;
gelukkig is het landschap zoals Van Eeden
het zag hier nog herkenbaar. Alleen het
'zeewier' (eigenlijk zeegras) wordt niet meer
gewonnen in de Waddenzee en gedroogd op
het land. Een ziekte tastte rond 1930 het
15