G.E. Dros Tja, zo ging dat vroeger. 'Ik hèèw ze lere zwemme en ze ben wegzwomme.' 'Ik hèèw ze naar de waterstaat brocht." 'Ik hèèw ze naar Wieringe stuurd.' 'Ze ben een sandwinkeltje begonne.' Op de dialectclub vertelde iemand over het castreren van hun geitenbokje. 'Weerom moet Mekkie naar de veearts?' 'Nou, sien amandeltjes moete knipt. Ik besluit met de uitspraak van Kees(ie) Zijm uit de Westen. Er lag een dooie kat aan de kant van de weg en Kees zei: 'Kiek, dat is nou een katteliek!' Een kwestie van klemtoon dus! Tot de volgende keer. 'Néé, past niet!' 28

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2007 | | pagina 30