was lid van het bestuur van hun nering in 1351, 1368 (deken), 1372 en 1377. Op 17 oktober 1353 wordt hij vermeld als deelman van het Karmersambacht (lid van een soort stadsdeelraad). De jaarlijkse lijsten met de leden van het stadsbestuur zijn bewaard vanaf 1363 en hij komt er onmiddellijk in voor, wat betekent dat hij ook voor dat jaar lid kan zijn geweest van het stadsbestuur. In elk geval was hij vanaf 2 februari 1363 raadslid (de aanstelling gold telkens voor één jaar), schepen vanaf 2 februari 1364, raadslid vanaf 2 februari 1366, burgemeester van de schepenen vanaf 2 februari 1367 (Brugge had twee burgemeesters: één van de schepenen en één van de raad), schepen vanaf 2 februari 1370, raadslid vanaf 2 februari 1371, thesaurier vanaf 2 februari 1372, thesaurier vanaf 2 februari 1375, dit uitzonderlijk voor 2 jaar, burgemeester van de schepenen vanaf 2 februari 1377, schepen vanaf 2 september 1383 en nogmaals schepen vanaf 2 september 1389. Als andere bestuursfuncties zijn nog te vermelden: voogd van de Bogardenschool (de stadsschool voor weesjongens) op 1 december 1393 en 14 juli 1395, voogd van het Sint-Janshospitaal (1384), voogd van het Potteriehospitaal (1389-1390). Hij bezat op 8 oktober 1387 een heerlijkheid in Erkegem, nu een gehucht van de gemeente Oostkamp, niet ver van Brugge, wat betekent dat hij zijn vermogen in onroerende goederen had belegd, waarmee hij ook zijn sociale status verhoogde (in een charter van 28 juni 1391 wordt hij als 'heer' betiteld). Jean Gailliard, Bruges et le Franc, 1,1857, p. 344- 353, geeft een genealogie van de familie Vanden Berghe die hij bij Tideman laat beginnen. Hij vermeldt nog dat Tideman van den Berghe grafelijk muntmeester was in Brugge en hij geeft een beschrijving van het wapen: 'd'or a la bande de gueules, chargée d'un boeuf marchant d'argent; cimier: une tête de boeuf d'argent, entre deux vois, 1'un de gueules, 1'autre d'or.' Hier in het Stadsarchief zijn enkele charters bewaard waaraan zijn zegel, meestal beschadigd en fragmentair, is bewaard. De identificatie van de zegelmatrijs aan de hand van de bewaarde (fragmentatie) afdrukken zal wellicht geen sinecure zijn, maar lijkt me niet onmogelijk. In elk geval kijken we er met belangstelling naar uit. Zo was deze puzzel snel opgelost, maar wat deed die man nu hier? Ik ben wel naar Allernaar gegaan om daar in het regionaal archief te zoeken, maar liever doe ik dat op het land. Er leek een verband te zijn tussen de munten en het zegel, maar was dat zeker? Had die man een gat in zijn zak gehad of wat? Nou ja, gewoon verder zoeken en voila, daar vond ik nog maar eens drie halve groten, maar dat was niet moeilijk: ze zaten aan elkaar geplakt! Een heuse schatvondst dus, want indien er meerdere munten bij elkaar worden gevonden waarvan de samenhang wordt vermoed, dan heet dat een schat. Verder kwam er niets meer uit die tijd naar boven, maar omdat ik het maar moeilijk kan laten, zocht ik voort en hola, wat was dat! Daar lag opeens weer een stempel. 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2007 | | pagina 20