ZEGELSTEMPELS
Redactionele aanvulling
Toen ik de inventarislijst in het artikel "Zeven
borden met monogram afkomstig van Texel"
las, kwam ik de namen van diverse stoffen
tegen. Onze ouders of grootouders kenden
vermoedelijk de meeste van deze stoffen wel,
maar ons (in ons "kunststoffen tijdperk")
zeggen deze namen niet veel meer. De dikke
Van Dale, Google en "Aangekleed gaat uit,
streekkleding en cultuur in Noord-Holland,
1750-1900", door Mariëtte Havermans-
Dikstaal, Zwolle 1998, maakten mij heel wat
wijzer. Ik zal u mijn nieuwbakken wijsheid
niet onthouden. Ik heb meestal de huidige
schrijfwijze aangehouden.
Saaj wollen stof licht gekeperd (draden
van de inslag vertonen zich schuins en niet
rechthoekig) damast glanzend, zijden,
linnen, katoenen of wollen weefsel waarin
figuren geweven zijn (tafellinnen, maar ook
damasten mansrokken jas tot het middel,
met langere achterpanden) sits licht
bedrukte katoenen stof met voornamelijk
bloemmotieven uit de Oost later gebruikt
voor Europese bedrukte katoen sargie
serge gekeperde wollen stof (U kunt deze
naam nog vinden in de eerste editie van de
Van Dale van 1864) baay geruwde wollen
stof, veel gebruikt voor onderkleding (baaitje
hemd) vaak rood bombazijn
oorspronkelijk mengweefsel van zijde en
linnen, later van linnen ketting en katoenen
inslag— achterzijde is soms geruwd voor
voering trielje fijn, los geweven katoen of
linnen - geglansd voor voering of onderstof
kamelot oorspronkelijk kostbaar oosters
weefsel later vaak surrogaat uiteindelijk
slechts een slechte namaak casjant zware
wollen stof, vaak gebruikt voor gordijnen
fluweel zijden, wollen of katoenen stof met
lange pool Ras de Marocco zeer gladde
gekeperde wollen stof (kleding) poepengoed
textiel uit Westfalen flenel aan één zijde
geruwde wollen of halfwollen stof, later ook
van katoen armosijn dunne zijden- of
katoenachtige stof veelal als voering
gebruikt karmofljn (doorgaans in
inventarissen genoemd en vaak verward met
armozijn) rood gekleurd fluweel of velours.
Hans Lasthuizen
Sinds ik mijzelf voornamelijk per fiets
verplaats, zoek ik alle landjes bij Den Burg
nog maar eens af. Als ik dan ga vragen of ik
mag zoeken, hoor ik meestal dat 'er al zoveel
is gezocht' en 'dat er wel niets meer zal
liggen'. Desondanks ga ik vrolijk aan de slag
en zo vond ik dit jaar het fragment van een
halve groot van Lodewijk van Nevers; een
Vlaamse munt uit de eerste helft van de 14c
eeuw. Tot op dat moment had ik slechts één
zo'n munt gevonden dus ik was er erg blij
mee. Daags nadien vond ik op slechts enkele
meters van de eerste nog zo'n munt, maar
deze was wél helemaal gaaf en liet zich
gemakkelijk schoonmaken.
16