Voor de familie Van der Vliet was dit een
tegenvaller. Uiteraard konden zij geen echt
huis betalen, ander zouden ze dat wel doen.
De zoon en zijn vrouw waren gedwongen bij
de ouders te blijven inwonen. Het kon
Boschwachter Min blijkbaar verder niet
schelen waar zijn arbeiders woonden. Hij liet
wel enkele Staatsarbeiderswoningen bouwen,
maar alleen voor de vaste arbeiders. En "%oo
goed als vasf' was niet vast genoeg.
Keten in Eijerland
In Eierland waren vlak na de inpoldering
voor de arbeiders keten gebouwd van riet,
duidelijk bedoeld als tijdelijk en provisorisch
onderkomen, zoals blijkt uit de papieren van
de ontginning van Eijerland:
Volgens de 'Opgave van den stand der
Ontginning en Bebouwing van Eijerland op
den 1 Junij 1836' was de polder verdeeld in
12 secties, waarin per sectie 2 of 3 rieten
keeten geplaatst waren, voor totaal 23
arbeiders 'met derselver huisgezinnnen'. Dan
was er ook een stenen herdershuisje en er
woonde nog een duinwachtersgezin in een
keet. Aan de Postweg bij Rio Grande, staat
een rij huizen, die tot halverwege de
twintigste eeuw "Zwarte keet' genoemd
werden naar de rij geteerde houten
arbeiderswoningen die er ooit stonden.
Bij het opmaken van de 'Staat der Sociëteit en
Eigendom van Eijerland' per 31-12-1838
waren alle rieten en houten keten verdwenen
en vervangen door 63 stenen en 21 houten
arbeiderswoningen. Onder deze gebouwen
waren niet de keten onder de Zanddijk op
Domeingrond, waarin Huizinga zijn
bezoeken aflegde. Die stonden er jaren later
nog.
Keet woonhuis
Het lijkt erop dat in de tweede helft van de
negentiende eeuw, in ieder geval op Texel,
een 'keet' een woning was, niet van steen,
maar van ander materiaal gebouwd, met
muren van plaggen en/of hout, houten
betimmeringen, en riet of helm op het dak.
Dat hout kwam meestal van het strand.
Sommige keten zijn vervangen door stenen
huizen, zoals 'Windy Ridge', het 'Huussie
van Hannes', 'Bergland' aan de
Tempeliersweg en in Eierland. Opvallend is
dat, met uitzondering van Eierland, het
nieuwe huis niet op precies dezelfde plaats als
het oude werd gebouwd. De oude keet werd
waarschijnlijk niet afgebroken, maar nog als
schuur of varkenshok gebruikt. Zo kwam het
dat een 'keet' ook een schuur kon zijn.
Irene Maas
Bronnen:
Pachterskaart Ecomare, in kader: schaal 1:
2500, 32 bladen, reg. No 427
Dagboeken van dominee Jakob Huizinga
1844-1879
Etymologisch woordenboek, Dr. J. de Vries,
Het Spectrum, 1958
Texels woordenboek, Gelein Jansen
Veldnamenboek, J. Schraag
Archief van de Sociëteit van Eijerland,
Regionaal Archief, Alkmaar
Langs Pagga's paadje, Irene Maas, het Open
Boek, 2002
13