was, evenals een grote wandschildering (op
doek) die een volledige wand in het
doktershuis besloeg. Deze wandschildering,
volgens juffrouw Over ook van de hand van
Warmoes, stelde een levensgroot paard voor
dat zijn behoefte deed; de paardevijgen
werden door een vrolijke, dronken man in
zijn hoed opgevangen.
Een van de opvolgers van haar vader, dokter
Prakke, verkocht deze wandschildering aan
een opkoper voor 800 en een nieuw
behangetje, zoals deze opkoper op de boot
terug naar Den Helder vol trots aan zijn
medepassagiers vertelde. Volgens geruchten
is deze schildering naar België verkocht
(archief Joh. Reydon).
Een tweede eiken kamerbetimmering met
deuren is afkomstig uit Weverstraat 17. Ook
dit herinnerde juffrouw Over zich: 'Dat was
in de burgemeesterswoning. Het huis werd
keurig bewoond'. Deze scheidingswand met
openslaande deuren, het witte schot, zoals wij
dit nu noemen, was oorspronkelijk ook
polychroom beschilderd. Maar deze
beschildering was ten tijde van juffrouw Over
al verdwenen onder enkele dikke lagen wittige
verf.
De burgemeesters H.W. de Joncheere (1898
- 1905), W.F. Hiddingh (1905 - 1911) en
W.W. Gaarland woonden op Weverstraat 17.
Zij huurden dat huis van de familie Keijser.
Na de burgemeesters kwam Sijbrand C.
Eelman, de grootvader van Nic. Dros van
Harkebuurt, op Weverstraat 17 wonen. Nic.
Dros herinnerde zich in 2001 dat witte schot
nog vaag uit de tijd toen hij met zijn moeder
mevrouw M. Dros Eelman bij grootvader
Sijbrand C. op bezoek was (archief Joh.
Reydon). Deze Sijbrand C. was getrouwd met
Guurtje Dirksd. Keijser (1873 - 1937). Haar
vader was schipper Dirk Jansz. Keijser; haar
opa Jan Sijbrandsz. Keijser was boer. Haar
overgrootvader Sijbrand Pietersz. Keijser
(1767 1835), de dijkgraaf, heeft ook op
Weverstraat 17 gewoond.
Verhuizing en restauratie van het
kamerschot uit de dokterswoning
Weverstraat 15
Eind 1958 werd Weverstraat 15 gesloopt. De
houten scheidingswand met signatuur A.
Warmoes 1787 werd in stukken op de zolder
van de oude school aan de Burgwal
opgeslagen en daar ontdekt door Gerrit Jan
de Haan, toen directeur van Stichting Texels
Museum. Op diens initiatief verhuisde het
toen snel naar het museum. Deskundigen van
de Rijksdienst voor Monumentenzorg waren
enthousiast, met name over het houtsnijwerk
en de door A. Warmoes gesigneerde grisailles.
De restauratie werd door Monumentenzorg
in 1982 geraamd op ruim 80.000, want het
zou een arbeidsintensieve klus worden. Plet
toenmalige Ministerie van C.R.M. reageerde
in eerste instantie met de mededeling 'Wij
hebben geen geld'. Uiteindelijk werd dit
kamerschot door Johan Reydon en Rens van
der Zwaag gerestaureerd. Het hout werd
schoongemaakt, geconserveerd en
gerepareerd; ontbrekende stukken van het
houtsnijwerk werden met behulp van
(giet)mallen aangevuld, de oude verflaagwerd
vastgezet en alles werd bijgeschilderd (archief
Joh. Reydon).
Ik schrijf dit nu wel zo makkelijk en snel op,
maar restauratiewerk is vakwerk en dat kost
tijd, heel veel tijd, zeker als het goed gebeurt;
en dat was hier het geval. Vanaf eind 1984 tot
en met januari 1987 werkten Johan Reydon
en Rens van der Zwaag hier totaal 1757 uur
aan. En het resultaat mag er zijn!
In onderdelen, als een bouwpakket, werd de
wand vervolgens overgebracht naar de
Schoutenzaal van Hotel Texel, waar het nog
steeds bewonderd kan worden.
23