De omzwervingen van de betimmeringen van Brakenstein
In het voormalige Schoutshuis in Den Burg, nu onderdeel van Hotel Texel, prijkt in de
Schoutenzaal een houten betimmering die oorspronkelijk uit Brakenstein afkomstig zou zijn.
Deze betimmering is rijkelijk gedecoreerd met houtsnijwerk en enkele geschilderde
voorstellingen. De naam van de beeldsnijder, de houtsnijder, is onbekend. Gelukkig zijn deze
schilderingen wel gesigneerd en gedateerd en wel door Andries Warmoes in 1787.
De decoratieschilder Andries Warmoes schilderde, zoals gebruikelijk in de 18e eeuw, veel naar
voorbeelden. In het geval van betimmeringen, zoals bij dit kamerschot, naar voorbeeld van de
Franse schilder Fran^ois Boucher (1703 1770); deze was naast schilder ook directeur van de
beroemde Gobelins Fabrique en daarnaast ontwierp hij decoraties voor het hof in Versailles.
Zijn schilderijen werden door etsers vermenigvuldigd. Door hem veel gebezigde thema's waren
de vier jaargetijden en de vier elementen. Een van zijn series over de vier elementen is door de
Parijse etser Claude Duflos jr. op de etsplaat vastgelegd. Andries Warmoes kende deze
afbeelding blijkbaar, althans hij schilderde de vier prenten bijna letterlijk na op de beide deuren
in het brede middenvak van het kamerschot. De lucht verbeeldde hij door de vogelvangst, het
vuur door smedende jongetjes, het water door jongetjes met een visnet en de aarde door
tuinierende jongetjes. Boven dit middenvak bevindt zich nog een boogvulling van een zittende
naakte vrouw met gevleugelde naakte kindertjes om zich heen (putti), sommigen met pijl en
boog, één met een bloemenkrans, een andere met twee duiven aan leibanden: een
Venustafereel, waarvan nog niet bekend is naar welk origineel Warmoes dit naschilderde. Ook
boven de deuren aan weerszijden zijn schilderingen te zien: links een vrouwenbuste, rechts de
buste van een man; ongetwijfeld ook nageschilderd en met een zinnebeeldige betekenis
(Rogge).
In de 18e eeuw werden representatieve ruimten in welgestelde huizen dikwijls van schilderingen
voorzien. Soms gebeurde dit op linnen, de behangselschilderingen en soms op hout, zoals bij
dit kamerschot dat nu in de Schoutenzaal te bewonderen is.
Maar wie was nu de opdrachtgever van zo'n prestigieus werk?
Leendert den Berger trouwt een rijke Texelse erfgename
Leendert den Berger (1743 1802) was de oudste zoon van Matthijs den Berger. Vader
Matthijs werd in 1743 door Gecommitteerde Raden in West-Friesland en het Noorderkwartier
aangesteld tot opzichter van 's Lands Werken op het Eijerland en tot provisioneel opzichter
van Vlieland en Terschelling; in 1747 volgde zijn benoeming tot opzichter van de Schans en
commies van het magazijn op Texel. Al van jongs af aan werd zijn zoon Leendert opgevoed
en opgeleid om zijn vader op te volgen; zo volgde hij de studie tot landmeter en in 1760, op
17-jarige leeftijd, werd hij door Gecommitteerde Raden aangesteld als opzichter op Vlieland en
Terschelling. Toen zijn vader in 1762 overleed volgde Leendert hem op als opzichter van 's
Lands Werken op Texel, 't Eijerland, Vlieland en Terschelling, opzichter van de Schans en
commies van het magazijn op Texel (NHA archief Rijkswaterstaat, opzichters vóór 1850). In
datzelfde jaar trouwde Leendert met Antje Maartens. Zuijdenwind, de oudste dochter van
Maarten Dirksz. Zuijdenwind en de rijke Jannetje Dirks Koning, die zich wel Jannetje Keijser
noemde. Schoonmoeder Jannetje bezat een stoffenwinkel in de Weverstraat waarin de duurste
stoffen verkocht werden en de inmiddels overleden schoonvader Zuijdenwind was boer. Toen
19