LOGBOEK,
- -schip,
GEHOUDEN AAN BOORD
VAN HET
GENAAMDjé'kéL:
ROTTERDAM.
BATENBURG f Co.
I^taTehaven3—*83.
Door Frans van Ingen Schenau aan de hand Kaft Logboek 'Vier Gezusters'
van het logboek gedachte gevaren route(+++)
en de waarschijnlijk werkelijk gevaren route
van de bark 'Vier Gezusters'
Letterlijke tekst van de ramp
In het logboek is de ramp als volgt verwoord:
Dinsdag 7 april. Na 12 uur wedergeer dik van regen zoodat het vuur niet meer te %ien was. Ha/f één zagen
hetzelve toen weder in 't ZtO, looden toen 10 vadem water. Stuurden dadelijk N W en looden toen weder 8
vadem, haalden de achterra's tegen om te ankeren. Beqjg pijnde het anker daartoe klaar te maken, stootte het
schip, haalden dadelijk alles tegen om het schip te doen deinden, hetwelk echter door de sterke stroom en harde
aannemende %ee en wind verhinderd werdt, pijnde het toen één uur. Geiden de marszeilen en de bram^eils op,
Zijnde de onderzeilen reeds sedert 5 uur in de vorige achtermiddag opgegeid, peilden gedurig de pomp, doch
bevonden geen vermindering van water in het schip, hoewel het schip vreeselijk stootte en werkte. Maakten alles
gereed de boot uit te zetten, de wind en zee steeds hard aannemende, heeschen de lantaarns aan de gaffel en
staken een blaauw licht af tot adsistentie.
Ten half drie uren bespeurden dat er meer water bij de pomp kwam, zetten dadelijk allen man aan de pompen,
Zijnde het schip in allen naden achter reeds zp^aar ontzet, zittende hetzelve nagenoeg met het achterschip op de
Zee. Na ongeveer één uur pompen peilden toen 3 voetwater, pompten echter door tot 4 uur, als wanneer er reeds
5 voet water in het schip stond, waarna scheepsraad belegd werdt en besloten de boot uit te zgtten. Waren
13