De weduwe August Dijksen, Akkes Kil, woonde in het eerste huis links. Daarnaast zien we het voormalige
palingrestaurant 'De Fuik' van de familie Van Splunter. Vóór dit huis zien we vier mannen; 2 zitten en 2 staan er
met hun fiets. Wie kunnen dat geweest zijn? (Foto uit de collectie van Maarten Stoepker, bewerkt door Daan
Koopman.)
geworden, toen ze met Hein Koekebakker
trouwde. In die korte tijd kan hij niet vaak bij
Akkes Kil zijn geweest, maar Bakels hield
inderdaad helemaal niet van huisbezoek. Die
beschouwde zich leraar, hij wilde geen herder
zijn. Ook toen Huizinga na zijn emeritaat nog
eens op Texel terug was bezocht hij de oude
vrouw: 24-5-1881. Bij Comelisje List (Akkes
Kil), geer blijde. De andere leeraar gag gij omtrent
niet, over haar toestand en dien harer kinderen, over
haar geloof, hoop, eng. Zij gaf de groeten mee aan de
familie Koekebakker.
In 1879 kwamen Jacob Jacobsz Bakker en
zijn vrouw Trijntje Pieters Dekker bij Akkes
Kil inwonen op Hogereind 27. Jacob was
koster van de Doopsgezinde Gemeente. Dit
echtpaar was niet bang voor haar, zag in haar
dus ook geen heks.
Na het overlijden van Akkes Kil werd haar
huis eigendom van Jacob Tjerksz De Vries,
de uit Oosterend afkomstige timmerman, met
wie haar dochter Rennetje getrouwd was.
Of Akkes Kil echt een heks was? Er wordt zo
veel verteld, maar wie zal het zeggen
Irene Maas
Bronnen
F. Witte en T. Timmer, Moeten ze d'r uut
Burgemeester? (1978) Het Open Boek, Texel.
Dijt, M. D., J. S. M. Dijt (1973) Texelse ge
slachten. Haarlem.
Huizinga, Ds J. Dagboek 1848-1881.
Reij, C. J., C. Hoogerheide, C. G. J. van Empel
(1998) Boerderijenboek. Uitg. Pirola, Schoorl.
Illustratie door Monica Maas met toestemming
overgenomen uit 'Moete ze d'r uut,
Burgemeester?'
16