Akkes Kil
De heks Akkes Kil woonde aan het
Hogereind in De Waal. Ze was kwaadaardig.
Vooral wanneer op donkere avonden de wind
door de Bomendiek gierde, kon je beter uit
de buurt blijven. Leunend over de onderdeur,
met haar twee witte katten naast zich, hield ze
voorbijgangers in de gaten. Haar wilde kolle-
ogen priemden bijna door je heen. Je moest
maken dat je weg kwam voor ze met haar
kunsten begon. Wie dat niet vlug genoeg
deed, liep de kans om bekogeld te worden
met klokkeloden, van die gewichten die onder
een Friese klok hangen. En dat kon
behoorlijk aankomen. Soms betoverde ze
zichzelf. Ze liep dan 's avonds als kat door
De Waal. Een keer heeft iemand dat bekolde
beest met een pook een opmepper gegeven.
De dag erna zat Akkes Kal met d'r bien op
een stoel.
Dit volksverhaaltje komt uit het boekje
'Moete ze der uut, Burgemeester?',
gepubliceerd in 1978. Ik heb het ook eens
horen vertellen bij een bezoek aan de familie
Witte van de 'Bontekoe', die het voor me
heeft opgeschreven.
Dominee Huizinga op bezoek bij Akkes
Kil
Akkes Kal wordt in dit verhaal geschetst als
een angstaanjagende heks. Maar was ze dat
wel? Was ze niet een gewone oude vrouw, die
niet altijd even vriendelijk deed?
Akkes Kil, de heks van de Waal, was lid van
de Doopsgezinde Gemeente. Dominee
Huizinga ging gewoon bij haar op bezoek en
schreef daar weieens over in zijn dagboek.
Pas in 1881 noteerde hij haar volle naam: 24-
5-1881Bij Cornelisje bist (Akkes Kil), %eer blijde.
Dat gaf houvast om uit te zoeken wie zij is
geweest.
Zij heette voluit Cornelisje Pieters List (1804-
1886). Zij was de weduwe van timmerman
Augustijn Dirksz Dijksen (1805-1841) en had
vier dochters, Grietje, Martje, Trijntje en
Reijnoutje. Ze dreef, zoals meer weduwen,
een (snoep)winkeltje aan het Hogereind in De
Waal. 'Kil' is een Texelse afkorting van
'Cornelisje' en 'Akke' van 'Augustijn'. Zij was
'Kil van Akke' of 'Akkes Kil' om haar te
onderscheiden van andere vrouwen die 'Kil'
genoemd werden.
Toen Huizinga haar in 1844 leerde kennen
was zij al enkele jaren alleen met haar
dochters. Hij kwam zeker bij haar langs op
het jaarlijkse huisbezoek aan alle leden van de
Doopsgezinde gemeente in september, ter
voorbereiding van het Avondmaal. Maar ook
als ze ziek was bracht de dominee haar
bezoekjes. Of Huizinga wist van haar
reputatie als heks? Waarschijnlijk niet, want
hij schrijft er niets over. Hij had bijzonder
13