Hoe genoeglijk ri jdt het leven van een
autorijder heen; tuffende op Texels
wegen, hobbelend van steen naar steen;
hobbels, kuilen, kuilen, hobbels wisse
len elkander af; en je zou van droefheid
huilen, dat je nog belasting gaf!
Na het eten deed Willem een dutje en
werd wakker na een rare droom. Iedereen
met wie hij had zitten praten was wegge
lopen. Ze zeiden, dat ze nergens konden
zitten. Hij had zijn droom doorverteld en
had beloofd dat hij tegen de schutting
van zijn tuin een bank zou maken; dat
was nog steeds niet gebeurd. Willem had
nog een mooie balk. Indertijd had hij hem
gekocht van Janus Kalf die hem had
opgejut en verborgen in de wierschuur
van Fulps Duinker. De volgende dag was
Willem al vroeg in de schuur. De mannen
vroegen of ze hem konden helpen. Ja de
balk moest naar beneden. De lange Pieter
van der Vis, Pleis genaamd, had daarvoor
geen ladder nodig, die kon er zo wel bij
en even later lag de balk op de grond. Op
hun vraag wat hij er mee ging doen, zei
Willem alleen dat ze de volgende dag
maar eens moesten komen kijken. Willem
was de volgende dag al vroeg uit de
bedstee. Gisteravond was Jaap Teun, zijn
zwager, nog komen vragen wat zijn
plannen waren en toen had hij het
uitgelegd. "Dat is een goed idee", had Jaap
gezegd, "ik kom morgen vroeg en zal aan
Kees vragen of hij vóór het postlopen
even wil helpen om vier jukken te maken.
Het duurde dan ook niet lang of Willem
had zijn eigen beursenbank. "Ja hoor, ja,
nu kun je hier zitten". Het duurde niet
lang of daar kwam lange Pieter van der Vis
met in zijn kielzog Hendrik de Leeuw; zo
naast die lange Pieter was het maar een
klein mannetje. Omdat Hendrik van die
korte beentjes had, en niet bij de grond
kon, werd voor hem een speciaal voet
steuntje gemaakt. Omdat de grote schoon
maak begonnen was, werd er druk gebruik
gemaakt van de nieuwe bank. Zo" n grote
schoonmaak was niet ernstig, maar wel
vervelend en daarom zochten de mannen
hun vertier buitenshuis. Aris Roosendaal
was meestal de eerste, op de voet gevolgd
door Dirk Brouwer, die in zijn spionnetje
kon zien wie er allemaal naar de bank
gingen, zoals Jaap Teun uit de Verloren
Kost en ook de oude Jacob Burger, die
dicht bij de roomse kerk woonde. Het was
een goede plek op het noordwesten, met
een dichte schutting in de rug. Was de
bank overdag voor de mannen, vs avonds
was hij erg geliefd bij de jongens en de
meisjes van het dorp, alvorens zij op
zaterdagavond 'een rondje om de Boo
gaard gingen'. Willem was een bijzondere
man. Ongehuwd. Sociaal voelend. Hij had
altijd wel wat geld over voor de goede
doelen. Met een kleinigheid kon je hèm
ook blij maken. Als ik ponen gerookt had
en er een paar bij hem bracht, dan waren
zijn woorden steevast: "Tinus, je ken me
niet blieder make". Hij woonde wat
achteraf op de boerderij "Het Land" aan
de Achtertune 29. [Boerderijenboek, pa
gina 308/309: ODd 4],
De vader van Willem, Jacob Ariesz Bakker
(1829-1908) erfde de boerderij in 1879-
Jacob was getrouwd met Neeltje Jacobs de
Boer (1832-1911). Willem erfde de boer
derij van zijn vader. In 1944 verkocht hij
de boerderij aan Cornelis Ariesz Brans
(Westerbuurt 1902-1973) die getrouwd was
met Neeltje Jacobs Drijver (1902-1971).
Brans op zijn beurt verkocht de boerderij
in 1964 aan de gemeente Texel. Het huis
werd gesloopt en Cornelis hield de schuur
en de tuin. Arie Cz Brans (1932 -
gehuwd met Petronella Elize (Nel) van
Egmond (1935 - werd eigenaar van de
schuur en verkocht die in 1973 aan Fokko
Mulder.
Opgeschreven door Tinus Vlaming
2005), Met toestemming van de schrijver
ingekort door Simon Dros.
26