uitzondering door de opdrachtgevers, de boeren en de burgers, beschikbaar gestelei, onder andere mooie noorse delenals zoveel hout in die tijd afkomstig uit Scandinavië en de Oostzeelanden. Dit gebruik, het door opdrachtgevers beschikbaar stellen van constructiehout, is al vanuit de Middeleeuwen bekend en was zelfs in de 19c eeuw op het platteland nog geen uitzondering.. Boter, kaas, eieren en bier Door verschillende boeren werd Velthoen wel eens in natura uitbetaald. Maar op de Bleekerij gebeurde dit door Jacob Pietersz. Wuis zonder uitzondering in kaas, eieren, witte en rode boter (dit is oude boter) en graan. Ook andere boeren betaalden wel eens in graan, in loopen koorn, meestal was dit gerst. Een loop koorn was toen 83,4 liter. Van deze gerst werd brij en (gorte)pap gemaakt maar er werd ook bier van gebrouwen. Reparaties van de gortkist kwam ik verschillende keren tegen, evenals reparaties aan de meelkist en Claes Gerritsz had in 1694 een gortmolen die kapot was. Niet alleen Adriaen Maersen de Brouwer op Noorthaffel en diverse bierstekers lieten reparaties aan een bierstelling uitvoeren, maar ook boeren, zoals Dirck Corneüsz Dijt aan de Westen, schipper Jacob Maersz. en niet te vergeten mijnheer pastoor. Bier was toen immers de volksdrank bij uitstek; water was niet altijd van goede kwaliteit, het gebruik van thee, koffie en chocolademelk was toen bij het grootste deel van de bevolking nog onbekend, karnemelk werd aan de kalveren en de varkens gevoerd en melk werd weinig gedronken. Dezelfde schipper Jacob Maersz. had behalve biervaten ook nog stroopvaten, waar pluggen voor gemaakt werden. En vervolgens betaalde de kooiker Dirck Cornelisz Kooiman van Zuidhaffel in 1705 en 1706 onze timmerman met eenden, entvogels. Voor Adriaen de Graef repareerde Thijs Jansz. het vleesspit, hij vergrootte de meloenbackdus de platte kas, hij repareerde de viskaer en ieder jaar in september en oktober de snippestenge, stangen waar hout- en watersnippen aan gebraden werden. Deze schout was een fervent jager. Adriaen van der Graef had behalve die meloenback nog een broeibak. Ook werkte Thijs in 1692 voor hem aan de nieuwe kelder onder het schoutshuis: hij maakte de vermeelsde mallen, voor het nieuwe gewelf. In september 1711 maakte Velthoen voor Van der Graef een deksel op een kistje waar Florentijnse flessen met wijn in bewaard werden en 2 maanden later moest de muizenval gerepareerd worden. Opmerkelijke klanten Een goede klant was het weeshuis. Velthoen deed onderhoudswerk aan het weeshuis, leverde spijkers, stoven, stoofdeksels, schapenkribben, repareerde hekken, varkensschotten en het sluisje aent Spyck werkte aan de koestallen, aan de kribben in de boet en aan houten op de koeien haer hoofden repareerde de praam (in de Schilsloot) en werkte aan (waarschijnlijk hekken van) het Skillepaadje. Ook repareerde hij de boet bij de Nes. En ook het weeshuis betaalde soms in natura: in april 1895 ontving Velthoen 4 pond boter, van 5 stuivers per pond. Velthoen deed ook klussen voor familie en buren: Voor buurman Frans Dircksz Katwijck repareerde hij schaatsen, de toen nog houten grup in de stal, de pomp op de welput en een drempel en hij leverde hem in 1704 voor 6 stuivers tabak; blijkbaar smaakte die tabak niet, want verder ben ik geen tabaksleveringen aan buurman Frans tegengekomen. Aan het huis van buurman Neef, een lid van de oorspronkelijk uit De Koog afkomstige familie Neef, maakte Velthoen een kozijn. En voor buurman Hendrik Pietersz. deed hij ook wat kleine klusjes. Jan Harmsz. Pool, zoon van zwager 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 29