Albertus Jullens Jullens was sinds mei 1939 ingeschreven in de gemeente Texel en was werkzaam als Assistent van de Rijksbelastingdienst. Samen met zijn echtgenote Menje Lenting en hun twee kinderen Fenje en Lambert (Bert), was de op 4 augustus 1901 in het Groningse Appingedam geboren Albertus Jullens woonachtig aan de Wilhelminalaan 41, later omgenummerd naar 79, in Den Burg. Het moet in zijn hoedanigheid van ambtenaar bij de belastingdienst geweest zijn dat hij, als actief lid van het verzet, in aanraking is gekomen met het Nationaal Steunfonds. De belastingdienst heeft immers een belang rijke rol gespeeld bij het verantwoorden van de vele honderdduizenden guldens, welke door de geldinzamelaars van het Nationaal Steunfonds werden bijeengebracht. Piet Beemsterboer In juli 2005, een jaar na mijn eerste kennisneming van het bestaan van de Zeemanspot en het Nationaal Steunfonds las ik het boek van Piet Beemsterboer, de voormalige gemeentesecretaris van de gemeente Texel. In dit boek: "Overleven in angst herinneringen van een gemeente secretaris" heeft Beemsterboer op zeer persoonlijke en directe wijze zijn oorlogs- en andere raadhuisherinneringen vastgelegd. Tot mijn grote verrassing heeft hij in het hoofdstuk getiteld "Illegaliteit" een bijeenkomst in het huis van belasting ambtenaar Jullens beschreven, waarin werd besloten om een systeem op te zetten om ondermeer de financiële steun aan onderduikers te waarborgen. Deze bijeenkomst vond plaats in het voorjaar van 1942; de Texelse afdeling van het Nationaal Steunfonds was geboren! Albertus Jullens In het eerder genoemde boek "Texel, Nederlands laatste slagveld" wordt in 3 pagina's het tragische einde van de heer Jullens beschreven, ten tijde van de muiterij van de Georgiërs, in april 1945. Op zondag 8 april 1945 werd hij achter het bunkercomplex nabij villa Texla door een Duitse soldaat dood geschoten en provisorisch begraven. Eerst op 20 mei werden zijn stoffelijke resten opgegraven en kreeg hij zijn definitieve laatste rustplaats op de Algemene Begraaf-plaats te Den Burg. Zondag 31 oktober 2004 bezocht ik zijn graf en las zijn naam, en die van vele andere Texelaars op het Monument bij de ingang van de begraafplaats. Jozef Schelfhout Tijdens mijn rondwandeling over de begraafplaats in Den Burg zag ik ook het graf van Jozef Schelfhout, op 27 oktober van het jaar 1904 geboren in het Belgische Stekene, één van de mannen die ten tijde van de opstand de zijde van de Georgiërs hadden gekozen en de wapens hadden opgenomen tegen de Duitse bezetter. Mijn gedachten gingen terug naar 1948. Ik was toen zes en het was het jaar waarin ik voor het eerst een volledige zomervakantie in De Koog doorbracht.Ik logeerde, samen met mijn moeder, bij mijn oom en tante, Bill en Joke Visser, die in dat jaar voor het eerst zelfstandig de exploitatie van hotel Het Witte Huis deden. Met een groepje Koger jongens speelde ik oorlogje bij de bunker, in de duinen achter Hotel Opduin, aan de voet van het baken de Kaap. Eén van die jongens was Leo Schelfhout, een zoon van Jozef. Ik herinner mij dat we het bijzonder vonden dat we allebei alleen met onze moeders woonden. Er was echter één, dramatisch, verschil, mijn ouders waren in 1944 gescheiden, mijn vader leefde en woonde in Den Helder, terwijl die van Leo op 19 april 1945 op Fort Erfprins in Den Helder was gefusilleerd en provisorisch begraven. Zijn stoffelijk overschot werd op 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 23