T es seis Prate Overal vind je Tesselaars. Behalve veel lid-abonnees 'aan de overkant' hebben we ze ookin het buitenland tot in Canada en Australië! Het is leuk om zelfs uit Australië anecdotes te ontvangen voor deze rubriek. Hier zijn er drie, ingezonden door Rein Dijt: In Den Burg werd een huis gebouwd door het bouwbedrijf van de gebroeders Bruin. Er was een groepje mannen aan het werk, toen een reiziger langs kwam, die aan Willem van Piet-Hein (Bakker) vroeg: 'Wie bouwt hier?' 'Nou', zei Willem, 'ik, Rein, Kees, Willem en Leen.' 'Ja, maar wie werkt hier?!' zei de man wat geïrriteerd. 'Nou, ik sèèg toch, Rein, Kees'Maar wie is de aannemer?' 'Oóóó, sèèg dat dan! De Gebroeders Bruin, maar die benne d'r niet fandaag. Kees Huisman liep op het bouwterrein zoekend rond. Weer soek je om?' vroeg Willem van Piet-Hein. 'Om het end fan het touw' zei Kees. 'Nou, soek maar niet meer Kees,' zei Willem, 'want dat end hèèw ik d'r net afsneeë.' Lange Willem Boon was aan het metselen met Leo Dijt. Leo kreeg genoeg van het drukke gepraat van Boon, dus hij zei: 'We doene foor een gulde wie het langst stil ken bluve.' Dat ging een tijdje goed, tot Willem opeens zei: 'Hee Leo, fiend jee messele mooi werk?' 'Ja!' zei Leo, 'Ik wel, en dank je foor de gulde!' Hier volgen twee anekdotes, afkomstig van de in Baarn wonende Hanny Vlessing. les Vlessing was met zijn jonge vrouw in de Slufter. De Tesselse begeleider liet een nestje zien van een klein zangvogeltje. 'Oh! Wat een kleine eitjes, maar die worden natuurlijk nog wel groter.zei mevrouw Vlessing, waarop de Tesselaar verbaasd tegen Vlessing zei: 'Man, weer hei-je die vrouw fandaan haald?' In de winkel van Vlessing kwam een bestelling binnen op een papiertje. Wat stond er op gekrabbeld? '4 konden aktoen.' (4 knotten katoen). Op onze expositie 'Oppoetst en afstoft' met portretten van Texelaars zoemden ook heel wat verhalen rond over de daar te bewonderen markante Texelaars. Overjoppe Rijk bijvoorbeeld: Joppe was op de markt van Purmerend met een mand vol kippen, die hij niet kwijtraakte. Bij het scheiden van de markt deed Joppe de mand wijd open en riep: 'Gane jullie maar naar huus!' Op genoemde expositie hing een groot portret van de breedlachende Nan Tuinder met zijn ene overgebleven tand. Een moeder en haar dochtertje stonden ernaar te kijken en het meisje vroeg: 'Mam, heeft die man nog een melktandje?' Bij de beschieting van Den Burg tijdens de Russenoorlog waren Vader en Moeder Coevert beland bij Willem van Antje (Zijm) op Driehuuze. Moeder Coevert was bang, en ze zei tegen Willem: 'Pak jee effies dat kettinkie met die versies d'r an!' Ze had waarschijnlijk wel eens gezien wat Katholieke mensen doen in geval van nood: de rozenkrans bidden. 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 29