[een andere handelaar] welligt wat minder, daarbij komt dan nog de uitvoer naar Amsterdam en elders. [Teunis Timmer (1823-1904) was beurtschipper op Harlingen. Zoon Jan *1857 werd later dokter op Texel.] 2 November 1873. Menno bij Herman Westenberg. Deze had een brief van den Engelschman met wie hij hier plagt te jagen en die het nu deed in Australië om het vervolgens in Voor-Indië, Ceylon, enz. te doen. Ook op olifanten enz. en dan weer naar Texel te komen, de beste jagtplaats voor waterwild. Brief kwam uit Australië. Menno had deze heer 2 jaar geleden nog eenigen tijd als tolk gediend. [Oost west, op Texel is het 't best] 10 April 1874. Aan de deur [getoond] een fraaije groote geheel witte vogel als een Ooijevaar, met een lange zwarte platte bek, zeker een Lepelaar, achter den Hoorn gevangen. [Volgens Drijver broedde in die tijd 5-25 paar in een haast ontoegankelijk galigaanveld in het Kannewassersgat in het Grote Vlak. Ze werden meedogenloos vervolgd omdat het nutteloze vogels waren; aangezien de eieren naar modder smaakten, waren ze hoogstens geschikt voor de varkens. In Den Burg zag men ze kennelijk niet veel, anders was de dominee wel wat meer uitgesproken geweest in zijn determinatie. oude benaming voor zeebies.] 4 Maart 1875. Dirk Roeper, de eenige die hier op Texel buskruit mogt verkoopen, zei dat hij nog nooit zooveel als dezen winter had verkocht, daar er zoo veel jagt gemaakt werd op wild gevogelte. In de Hemmers en andere eenzame weidestreken zag men bij duizenden een soort van kleine wilde eenden, zoodat jagers als Klaas Daalder enz. met gansche vragten huiswaarts keerden. [Zouden dat talingen of Smienten zijn? Waarom er deze winter meer waren dan anders, is niet helemaal duidelijk. De winter was in ieder geval lang, koud en nat, met gemiddelden rond het vriespunt van eind november tot eind maart] 30 October 1878. Er is hier thans weder als in vroeger jaren een franschman met (zijne vrouw op Texel in den Lindeboom gelogeerd voor een 14 dg. om hier in Waalenburg waar hij zich i/h hoge riet een tent heeft doen bouwen waarin hij zich dagelijksch in de kou en nattigheid behelpt eenden en ganzen e.a. gevogelte te schieten wat dat 's avonds door de vrouw klaargemaakt gegeten moet worden. [De eerste vogelkijkhutten werden al veel langer geleden op Texel geplaatst dan wij dachten.] Irene Maas (met enige ornithologische kanttekeningen door Kees Roselaar). Stuartstraat 105 1815 BR Alkmaar Illustraties van Frits Jan Maas en Johan Reydon, met goedkeuring van de uitgever. Uit: "Gids voor de vogels van Texel" van Adriaan Dijksen. HET OPEN BOEK 1992

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 19