G.E. Dros
De volgende zondag is moeder overleden, 's
Maandags vóór de markt komt de zoon bij
Dirk Witte de wagenmaker vragen, of hij de
kist wil maken. Dat wil Dirk wel. 'Ken-ie fan
de week nag klaar?' Dirk zou zijn best doen.
- Miggel (Witte) woonde in een klein huisje
aan de Rozendijk. Op een keer kwam hij
thuis van een feest, dat duurde tot over de
kleine uurtjes. De zon kwam net op in 't
oosten, toen hij thuiskwam. 'Nou', dacht
Miggel, 'eerst de koê maar melleke en dan de
besstee in.' Aldus geschiedde. Toen hij
wakker werd schemerde het al dacht hij.
Maar toen hij buiten kwam stond weer de
zon net boven de kim in het oosten!
- Miggel was bij de brandweer van Den
Hoorn. Op een keer in de zomer was er
brand geweest, maar Miggel was niet komen
opdagen. Op de jaarvergadering werd hij
hierop aangesproken. 'Nou', zei Miggel, 'as er
weer brand is, sèèg het dan daags fon te fore,
dan ken ik er rekening mee houwe!'
- Thomas de Porto, boerenknecht op
Concordia aan de Kadijksweg, komt op een
dag in de werkplaats van Kooger, timmerman
in De Waal. Henk zal hem helpen.
'Een plank fan me hek is kepot'.
'Hèèw je 'm mete?'
'Jajik, ik hèèw 'm mete: dortiên klompe, iên
hand en een luciferdóóssie.'
Henk haalt een geschikte plank van de zolder,
legt hem op de grond en zegt: 'Zó, nou
dortiên klompe afpóte, iên hand en een
luciferdóóssie.'
Hij zet een potloodstreepje en zaagt de plank
op maat. De volgende dag komt hij Thomas
tegen en vraagt: 'Nou, en?'
'Krek pos!' roept Thomas enthousiast.
- Bertha Boogaard-Dros, Rie en Hans Fenijn
be zochten in Georgië het gezin van de 'Rus'
die in de oorlog bij bakker Piet Dros
ondergedoken had gezeten. Hij werd Krisja
genoemd. De Georgische familie vond het
leuk om Texels bezoek te krijgen. Men deed
zijn best om met behulp van een Duits
woordenboek elkaar te begrijpen, maar de
communicatie vlotte niet erg. Toen ze aan de
rijk gedekte tafel zaten en zouden gaan eten,
zei Krisja opeens in het zuiverste Nederlands:
'Heerezegedezespijzeame!'
- Op Oost zei iemand in de oorlog: 'Fannacht
zat de lucht weer vol Spitvaders en
Hannekemaders'. (Spitfires en Hurricanes.)
- In Oosterend kwam een jongeman
enthousiast het huis binnen. 'Die en die
(naam van een meisje) moet ok trouwe!'
'Met wie?' vroeg zijn moeder hevig
geïnteresseerd.
'Met mee.was het antwoord.
- In Oudeschild (bekend als 'róód' en
'vrijzinnig') zei iemand: 'Dommenee het zóó
mooi preekt, hee het God niet noemd.'
- Hein Blom uit Oudeschild zei tegen iemand:
'Dat je vader gien geld heb, deer ken jee niks
an doên, maar dat je skóónvader gien geld
heb, dat is je eige skuld!'
Ik hoop dat u dit weer met veel plezier
gelezen hebt. Ik heb nog een kleine voorraad,
dus vraag ik u opnieuw: klim in de pen en
stuur me weer wat!
'Dortiên klompe, iên hand en een luciferdóóssie'