Texelaar koopt turfpont van Aalsmeerder 24 Bij het uitschrijven van één van de kopieën van akten in bezit van de bibliotheek van de Historische Vereniging, las ik tot mijn verrassing dat een Texelaar een turfpont of dynopschip had gekocht van een Aalsmeerder. Op huijden den XXXen Novembris 1623 compareerde Jacob Philipstronende aen de Burch ende bekende voor hem, sijnen erven ende nacomelingen, gecocht ende ontfangen te hebben van Jacob Frerickxspj wonende tot Aelsmoer een vrije turfpont, met sijn %eijl, treil, ancker, touwen en sijn respective toebehoren so hi vercoper dieselve heeft gevoert ende dat voor die somme van hondert tweeentnegentich caro lus gulden te XL groten Vlaems den gulden, te betalen op drij eerstcomende ende achtereenvolgende Sinte Maertensdagen als telcken een gerecht derdepaert, waervan den len termijn van betalinge wesen sal Sinte Maerten anno XlAc vierentwintich ende so voorts van jare tot jare totte ejfectuele betalingen toe, daervooren verbindende specialicken de voor^egfde turfjpont met sijn respective toebehoren omme dieselve op alle havens ende stroomen te mogen aenvaerden Jacob Philipsz van Den Burch koopt op 30 november 1623 een turfpont met toebehoren voor 192 gulden, te betalen in drie jaar in drie gelijke delen op 11 november (Sint Maarten) vanaf 1624, van Jacob Frericxsz van Aelsmoer. Dit is opmerkelijk want een turfpont werd voornamelijk in het plassengebied van Holland gebruikt voor het vervoer van turf. Om de turf droog te houden had de turfpont een hoge kistopbouw, vergelijkbaar met de luikenpraam die in de vorige eeuw door de Aalsmeerse kwekers werd gebruikt voor vervoer van planten naar de veiling. Door deze kistopbouw was de boot betrekkelijk veilig bij ruw weer, zoals dat op de Haarlemmermeer voorkwam en daardoor blijkbaar ook nog wel geschikt voor de vaart van Texel op de Wadden- en Zuiderzee. De platbodem met zijzwaarden kon op het wad zonder problemen droogvallen en produkten van het eiland konden zonder waterschade worden afgezet in Zuiderzeehavens als Stavoren, Hoorn en Enkhuizen. Andersom konden luxe artikelen uit bijvoorbeeld Amsterdam en andere steden mits goed gestouwd zonder brokken en droog naar Texel worden gebracht. Vermoedelijk heeft Jacob Philipsz dit schip dan ook als beurtschip voor goederenvervoer op de Zuiderzeesteden gebruikt. Opmerkelijk is het taalgebruik bij het in gebreke blijven van betaling: Jacob Frericxsz mag de turfpont in elke haven en op alle wateren aenvaerden. In de huidige tijd heeft aanvaarden de betekenis van 'in ontvangst nemen', maar hier is de betekenis 'in beslag nemen'. De achternaam van de Aalsmeerder Jacob Frericxsz is verbasterd tot Vreeken en hij is vermeld in Aalsmeerse Stambomen, deel IV, Vreken, Vreek Jacobsz-familie, II-5, pagina 441. Jacob werd omstreeks 1595 geboren is ongehuwd gebleven en stierf in Aalsmeer omstreeks 1642. Hij vervoerde in Holland blijkbaar turf en hield daarmee op toen hij in 1623 zijn turfpont verkocht aan Jacob Philipsz uit Den Burg. Jacob Frericxsz behoorde tot een Doopsgezinde familie en het is dus heel goed mogelijk dat hij via geloofsbanden en misschien ook wel familiebanden Jacob Philipsz kende.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 26