Over met koffertje, en agent Bruin naar Waalenburg vertrekken. Teruggekomen verschijnt Bruin kwaad in het postkantoor. 'Wat is dat foor flauwekul Illeman, IJs lóópt nag levendig rond!' 'Nöh, wat maak je je drok man, ik hèèw alliendig maar seid dat-ie sien jas ophong!' Tot besluit wat kinderhumor: Lucie Zijm, kleuteijuf op de Jozefschool, beleefde in de Sinterklaastijd het volgende. Ze was met de kinderen buiten geweest en het was tijd om naar binnen te gaan. Een van de jongetjes moest nog even naar de wc. Juf bracht de klas naar binnen en ging kijken waar hij bleef. In de gang hoorde ze hem sinterklaasliedjes zingen; de deur stond op een kier en ze keek naar binnen. Even vlug als ze was gekomen, ging ze weer terug, want het ventje draaide al plassend met zijn buikje van links naar rechts, terwijl hij luidkeels zong: 'Hoe waaien de wimpels al heen en al weer!' Jacco (3,5 jaar) tegen zijn opa: 'Oppa, weet jee hoe mannetjesskéépe hete? Dat benne rampe!' (En zóó kom ik toch weer bee de skéépe uut...) Wie nog een mooi verhaal, een leuke anecdote of een geestige uitspraak weet: stuur ze mij, want de spoeling wordt dun. G.E. Dros O. Ws, övtLA. 36

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 38