Hoe vroeger op Texel St. Nicolaas gevierd werd. (Uit: "Zonneschijn", een jeugdblad) We verhuisden van Sas van Gent naar Texel. Niet met een auto, die was er toen nog niet. Niet met de trein. Niet met de stoomboot, maar met een zeilschip. We deden er vier dagen over, dus net zo lang, als waarin je nu van Holland naar Indië kunt vliegen. Jan Rab, een Texelaar, haalde ons af. Hij borg ons huisraad en ons hele gezin, vader, moeder en drie kinderen, in zijn schip. Het ruim was een beetje bewoonbaar gemaakt. Op "n oude, platte schuifmangel sliepen wij. Hadden de schipper en zijn zoon hun warm maal verorberd, dan kookte moeder onze middagpot in de kombuis. Toen moeder ons te slapen gelegd had, kregen we zwaar weer op de Westerschelde, tussen Terneuzen en Hansweert. Wij vonden het prachtig, het was net of we in een schommelende wieg lagen en zongen "Daar komt hij an, daar gaat hij weer". Van zeeziekte hadden we helemaal geen last. Maar vader, die achtergebleven was om nog enkele kantoorzaken te regelen, maakt zich hevig ongerust, daar ieder die de Westerschelde kende, beweerde, dat een vreemde schipper daar met zulk weer veel gevaar liep. Maar onze Texelse zeeman had wel voor heter vuren gestaan. Hij bracht er ons kranig over en vader was o! zo blij, toen hij de volgende morgen met de boot in Hansweert kwam en ons goed en wel in de haven zag liggen. P© 1 t>o m 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2004 | | pagina 26