Hij deed dit waarschijnlijk des te gemakkelijker, omdat zijn voorganger P.R. Bos
al in zijn eerste schoolboek 'Leerboek der aardrijkskunde' (1875) sprak van de
(zes) Waddeneilanden en sedert 1881 dit woord ook in zijn atlas gebruikte. Pas
nadat in 1932 door de Minister van Waterstaat was meegedeeld dat 'voor het ove
rige gedeelte van de Zuiderzee benoorden den Afsluitdijk (de naam) Waddenzee'
gebruikt zou worden, werd in de door P. Eibergen verzorgde 34c druk van de
Bosatlas (1934) de naam Waddenzee aangegeven. Eerst alleen ten noorden van
de Afsluitdijk, duidelijk als tegenhanger van de naam IJsselmeer, in de 37e druk
van 1947 voor het gehele Nederlandse Waddengebied.
Tenslotte;
In de 8e druk van de Winkler Prins (1983) staat onder Zuiderzee: 'voormalige bin
nenzee, die na de afsluiting door de Afsluitdijk de naam IJsselmeer toebedeeld
kreeg'. Dat zou ondermeer betekenen dat Wieringen nooit een Zuiderzee eiland
was. En daar heb ik toch wel moeite mee.
Jan T. Bremer
(Uit de Texelse courant, 1933)
lllllüKIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllilllllllllllllll
IIIIIIIIIIHIHIil UIT DE OUDE DOOS. |||illlll|||lll|||
IHIUIIIIItllilllillilltllllllllülllllllllllllilllllllllflIIIIII
Met de haringen, die bij Texel gevan
gen werden, gebeurden vroeger we
schneven hierover al eerder wonderlijke
dingen. Zoo b.v. in de tijd, toen er, maar
men vertelde, maar twee harimgvletten
op iheel Texel te vinden waren. De vis-
schers, die er mee wilden visschen, kon
den die vletten van de eigenaar huren.
Dat was een onplezierige toestand, want.
nu moesten ze elkander verbeurten. Nu
gebeurde het op een keer dat een paar
arbeiders uit de Prins Hendrik-polder zich
op Zondag bij de vlettenbaas vervoegden.
Ze wilden de vletten huren. De man stond
paf. „Watte?" vroeg hij, „watte, wil
jullie vandaag met de vletten uit?"
„Jawel", zeiden ze, „jawel".
De man schudde het hoofd. Hij merkte
wel, dat het geen echte visschers wanen
Hij schudde dus het hoofd en zei: „Nee
mannen, dat gaat niet, op Zondag gaat
het niet." Maar de arbeiders uit de Prins
Hendrik-polder hielden aan. Waarom zou
den ze vandaag niet mogen visschen.
„Waarom niet?" vroeg de man, „waarom
niet?" „Omdat de haring op Zondag niet
zwemt".
O, was het dat. Nu, dat wilden ze dan
riskeeren. Na lang praten kregen ze de
vletten en voeren er mee uit. En ze had
den een goeie dag, want de haring scheen
zich ditmaal aan de regel niet te storen
En sedert weten de visschers op Texel,
dat de haring op Zondag evengoed zwemt
als door de week Dat hadden ze geleerd
van die arbeiders uit de Prins Hendrik
polder
10