Enkele van deze klokken zijn al zeer oud
en worden beschreven in: Klokken in
Nederland en elders. BESCHREVEN
DOOR JURIAAN SPRUYT, Klokkenist
en Organist der stad Hoorn in West
Friesland,
Naar een handschrift (in spelling getrouw
gevolgd) in het archief van de gemeente
Hoorn. Door A. VAN DAMME te
Haarlem.
Burg op Texel. Coenradus Splinter me
fecit. Euchusia 1649.
Oosterend, op t Eijland Texel. Maria
is mijn naam, mijn geluid sij God
bekwaam. Gerardus de Vison me Fecit
1503.
Waal (De). Verbum Domini Manet.
(Het Woord des Heeren blijft). Cornelis
Ammeroy 1605
Wester-endt op t Eijland Texel, ik
Geloof Godt, ik Verslijt het IJser, ik
roep het Volk te Zamen, de gesturven
Beschrijf ik, ik verdrijf de Pest, Nicolaas
heet ik. Willem Buijtendijk me Fecit
1489.
In dit boekje is niet het randschrift van
de klok van Den Hoorn te vinden: Ave
Maria Gratia Plena Dominus Tecum
Rycout Butendiic me fecit 1461.
(doorsnede 75 cm - 250 kg.)
Het onderwerp: bescherming van
klokken tegen vordering wordt via een
schrijven (01-06-1940) van INSPECTIE
KUNSTBESCHERMING weer actueel.
Dr. J. Kalf is de inspecteur en hij schrijft
dat er klokken in beslag zullen worden
genomen, maar dat enkele oude klokken
bescherming genieten.
Voor de gemeente Texel zijn dat twee
klokken: Texel (Den Burg - 1 klok; Den
Hoorn - 1 klok)
Hij schrijft verder: "Ik doe U hierbij een
model toekomen van de letter M. waarmede
de beschermde klokken moeten worden
gemerkt, en verzoek U deze letter in witte
verf te laten aanbrengen op het lichaam
van de klok, ter hoogte van den aanslag
van den klepel.
Voorts verzoek ik U bijgaande
kennisgeving, zo noodig door omlijsting en
plaatsing achter glas zoodanig beschermd,
dat zij onbeschadigd blijft, ook wanneer zij
moet worden aangebracht op een plaats,
waar zij is blootgesteld aan weer en wind,
ten spoedigste op een in het oog vallende
plaats te doen bevestigen.
Het meest geschikt lijkt mij daartoe
de kast van het uurwerk, of wanneer dit
niet gaat, de deur die toegang geeft tot de
torentrap".
Onder de brief staat, nauwelijks
leesbaar, met potlood geschreven: 4
Juni aange-bracht. T. In 1942 begint
het menens te worden. De Edelachtbare
Heer Burgemeester der gemeente
Texel ontvangt een aantal brieven van
bezorgde kerkvoogden.
Jan Jacob van Wessem en Willem
Nicolaas Kelder, beiden wonende te Den
Burg op Texel, in hun hoedanigheid
van resp. voorzitter en secretaris van
het College van kerkvoogden der Ned.
Hervormde Gemeente Den Burg op Texel
vragen namens die kerkvoogdij om hun
klok, die van de toenmalige minister op
20 april 1940 een merkteken "M" heeft
gekregen, te vrijwaren van vordering.
Een eensluidend schrijven komt er
binnen van de Ned. Hervormde Kerk van
Den Hoorn, die ook bang is dat zij door
de z.g. Metaalvordering haar torenklok
zal kwijt raken, hoewel de klok is
voorzien van een "M".
De ondertekenaars zijn: M. J. Kikkert,
voorzitter en N. J. Kikkert, secretaris.
[Meijert Jan Jansz Kikkert (1902-1986)
en Nanning Jacob Jbz Kikkert (1902-
1979]. Een antwoord op dit schrijven
is niet voorhanden. Het gevaar komt
van de provincie. De commissaris der
provincie Noordholland, Backer, laat
op 1 december 1942 weten dat de
klokken in de verschillende provincies van
Nederland thans met spoed zullen worden
ingenomen.
Hij verzoekt de burgemeester hiermee
rekening te houden en de in aanmerking
komende kerkelijke gemeenten
daarvan in kennis te stellen. De (NSB)
burgemeester Rijk de Vries ondertekent
een schrijven aan de kerkelijke
6