Wat ik als elfjarige meemaakte, tijdens mijn verblijf op Texel, in De Cocksdorp in april 1945. Voorgeschiedenis Mijn grootmoeder Elizabeth Catharina Roos-Koopman, geboren 3 december 1887 te Den Helder, overleden aldaar 8 juli 1974 in het bejaardenhuis Goede Ree, korte tijd later nadat zij in het tehuis verhuisde van een kamer achter naar een kamer voor. Zij was in de Tweede Wereldoorlog, als huishoudster werkzaam bij een bollenboer op Texel: Auke Laan in De Cocksdorp. Hij had twee zoons, waarvan er één thuis woonde en de ander in Engeland diende bij de Nederlandse Marine. Laan woonde in een hoekhuis van een rijtje huizen, die lagen tussen de boerderijen Rio Grande en Sir Robert Peel aan de Postweg in de Eierlandse Polder. Ik ging naar Oma, omdat het een soort vakantie was (er was toch geen school meer, want de scholen waren gevorderd door de Duitse overheid) en Oma het heerlijk vond dat ik kwam logeren. Er was daar geen hongersnood en ik kon daar weer eens gewoon eten. Ik herinner mij, dat mijn vader Cornelis Smit - stratenmaker van de Gemeente Den Helder - 's nachts wel eens het bed uitging om een wortel te eten, als hij honger had in de oorlogsperiode. Die wortels verbouwde hij op een landje, waar nu de flats staan in de Lorentszstraat en ik mocht vaak mee om iets aan die tuin te doen. Hij kwam ook wel eens thuis met de stratenmakerskar - een houten bak met twee houten wielen met ijzeren banden (zoiets als een bakkerskar), waarmee de straatmakers hier en daar voedsel van de zwarte markt haalden, verstopt onder hun stratenmakersgereedschap. Maar hoe kom je dan op Texel als je een pas moest hebben; bij de Postbrug begon al het Spergebied en daar kwam je niet langs zonder pas en zo'n pas voor Texel kreeg bijna niemand. Maar mijn vader ontmoette bij de kapper in de van Galenstraat een Texelse familie: de Ridder; vader, moeder en dochter, die een bezoek brachten aan de kapper. Als aangenomen zoon van deze familie ben ik op Texel gekomen. Wij woonden destijds in de van Galenstraat 109, omdat ons huis op de Westgracht 85 te dicht bij de Rijkswerf lag, die vaak gebombardeerd werd. Het huis daar werd door mijn vader gebruikt om er af en toe te slapen als hij moest onderduiken, omdat er vaak razzia was in Den Helder en hij wel een pas voor Den Helder en het bezette gebied had, maar je kon er toch niet op vertrouwen, dat de Duitsers je niet naar Duitsland stuurden. Vanaf Oudeschild gingen we lopend naar De Waal, waar zij woonden (hij was daar olieboer) en ik ging vanaf daar naar De Cocksdorp. Onderweg mocht ik op een boerenwagen een stuk meerijden; maar het grootste gedeelte heb ik gelopen. In de eerste dagen tot aan de Russenopstand van 6 april 1945, vermaakte ik me met bollenkoppen op de bollenvelden van Laan; mocht van zoon Kees schieten met zijn luchtbuks en kreeg bij oma Roos lekker te eten. Opstand van de Georgiërs, die in Duitse dienst waren, ofwel De Russenoorlog op Texel De Georgiers, die in Duitse dienst waren, waren op 10 januari op Texel aangekomen. Zij stonden onder commando van Sjalwa Loladze, die bevel voerde over het 822e infanterie bataljon tezamen met de Duitse commandant Breitner. Loladze was commandant geweest van een Russisch luchteskader, maar 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2004 | | pagina 26