in dik papier verpakt, terug. Het geld is
tijdelijk bij de Bank ondergebracht - een
bedrag van f 160,
Bij mijn terugkeer uit Bussum heb ik de
beide stukken gezien en geïdentificeerd.
De stank die ze verspreiden waren
echter dermate vreeselijk dat we het in
het papier verbrand hebben, overtuigd
dat we deze stukken ter wille van
onze gezondheid niet langer mochten
bewaren. Het geld ligt op de Bank ter
beschikking.
Ik heb het nog niet willen weghalen.
Aanvan-kelijk was het de bedoeling de
portemonnaie en portefeuille uit te koken
opdat U aan deze beide stukken dan nog
een herinnering zoudt kunnen hebben,
doch we hebben dit niet aangedurfd
in verband met de mogelijkheid tot
besmetting.
Ik vertrouw dat U ons dit ten goede zult
willen houden.
De kosten van graf en Kerk alsmede
de kosten voor het maken van de kist
werden door mij betaald.
U zult nog recht kunnen doen gelden
bij den Raad van Arbeid terzake de
uitkeering van f 100, -- terwijl Jos verder
mogelijk ook nog verzekerd was.
Zijn kleeren - uit den aard der zaak
natuurlijk niet veel meer - zijn
gedeeltelijk ten onzent en gedeeltelijk bij
de fam. Van Sambeek.
Mogelijk dat we ze daar terug gaan halen
doch voor hen is het wellicht prettiger dat
ze samen met U worden teruggehaald.
Mocht er nog iets zijn wat niet duidelijk
is of mocht U omtrent een of ander
onderdeel van hetgeen in dezen
brief vermeld staat nog meer nadere
bijzonderheden willen weten dan zal ik
U die gaarne verschaffen.
Er ware over het geheel en het samenstel
der gebeurtenissen, de meeningen,
enz. nog veel te vermelden doch
zoo gemakkelijk vervalt men dan in
herhalingen van reeds eerder vermelde
gedeelten zoodat ik mag aannemen dat
U met bovenstaande wel zoo ongeveer de
indruk hebt mogen krijgen van het lief
en leed dat wij tezamen met hem en rond
hem hebben doorgemaakt. Blijft
slechts het feit dat zich eerst dan
bepaalde begrippen gaan vormen als
men zich ter plaatse heeft kunnen
oriënteeren tot welk doel ik U dan ook
reeds op andere wijze of elders heb
uitgenoodigd. Voorloopig zal het verkeer
nog wel veel te wenschen overlaten doch
ook dit zal eenmaal wel voorbijgaan en
dan mag ik aannemen dat zich allicht
wel eenige dagen zullen schikken tot
het maken van een trip naar Texel, het
eiland waar Jos vreugde en leed kende,
het eiland waar hij zich een toekomst
bezig was te scheppen, waar hij werkte
en streefde en soms een zoet heimwee
had naar zijn vaderhuis
Moge de goede God U in Uw leven allen
zegenen. Een voorspreker bij Hem zult
ge in den overledene zeer zeker vinden.
Hoe vaak sprak hij mij over zijn moeder,
over het gemis toen hij haar zo jong reeds
moest verliezen. Het was in moeilijke
dagen een lange jammerklacht en ziet
- zijn zij thans niet hereenigd?
23