onder de indruk van het gebeurde en
hoe erg dit was bleek eerst op dien
Zondagavond toen het bericht kwam
dat zij in Amstelveen werkelijk gevonden
waren. Dadelijk sloeg de stemming
om in eene van werkelijke vreugde.
Helaas kon die stemming niet lang
blijven. De Canadezen die voor Texel
veel te laat kwamen, gaven eerst op 21
Mei (Pinkstermaandag) vrijheid om te
zoeken. Dinsdagavond daarop werden ze
eerst gevonden.
Tezamen in een groot gat ter grootte van
ongeveer 2 x 4 M. Juist des morgens
was ik naar Bussum vertrokken om
de familie in kennis te stellen van de
vermissing van Jos.
De lijken waren in verre staat van
ontbinding. Enkelen waren de hersens
ingeslagen en allen hadden in den
rug kogelgaten, allen op gelijke hoogte
zoodat verondersteld mag worden dat
zij met een automatisch pistool of
een machinegeweer van achteren zijn
neergeknald waarbij diegenen waarvan
men vermoedde dat ze nog niet geheel
dood waren, naderhand de hersenpan
is ingeslagen. Ik schrijf het u hier in al
zijn rauwheid en in al zijn wreedheid.
Misschien doe ik er geen goed aan het U
op deze wijze te schrijven.
Wij mogen niet haten doch kan men
er op deze wijze aan ontkomen, in den
Duitscher den mensch te zien en te
blijven zien die tot deze gruweldaad in
staat was, den barbaar en den wilde
die met een verloren oorlog in het zicht
en een besmeurd geweten toch nog
doorging ondanks alles.
Die zich niet stoorde aan het leed wat hij
bracht maar er slechts op los moordde
alleen en om het enkele feit dat hij lust
had tot moorden.
Dit moge voor U een aansporing zijn deze
menschen op zijn minst op een afstand
te houden en ze nooit eenig vertrouwen
te geven.
Vermeld zij nog dat Jos door schoten is
gedood en dat zijn hersenpan niet was
inge-slagen. Ik heb deze mededeeling
op mijn nadrukkelijk verlangen van de
personen die met de opgraving waren
belast, gekregen. Afzonderlijk heb ik ze
hiernaar gevraagd zoodat het lijk wat dat
betreft niet is geschonden. Van de tien
waren er zes katholiek. Hiervan waren
vier Texelaars.
De twee niet-Texelaars zijn afzonderlijk
in een huurgraf begraven tot van de
familie nader bericht komt. Allen hebben
gezamenlijk een eerste klas Mis gehad.
Verder heb ik Jos hier doen inschrijven
in het doodceel. En-kele H. H. Missen zijn
reeds voor hem opgedragen en meerdere
zullen nog volgen. De bewoners van het
eiland waren er natuurlijk zeer mede
begaan.
Enkele bijzonderheden
Tijdens zijn verblijf hier en ook bij de
andere families ontving Jos iedere
Woensdag om de 14 dagen de H.
Communie. De pastoor bracht Ze hem
zelf. Het laatst ging hij ter communie op
Woensdag 4 April. Van zijn zielerust, in
ieder geval van zijn toekomstige zielerust
mogen we verzekerd zijn. Hij heeft zich
tijdens de jaren dat hij bij mij in dienst
was doen kennen als een schrandere
jongen die zich hier een toekomst had
opgebouwd en ware hij van hier gegaan,
zeer zeker in het leven zou zijn geslaagd.
Hij had een groote werklust, grooter dan
normaal bij goede krachten aanwezig
is. Had een goed verstand en wist dit te
benutten.
Kon goed met de menschen opschieten
- een niet te versmaden factor in deze
tijd - en was over het algemeen op Texel
zeer gezien. Sommigen vonden hem te
veel heer, hetgeen in geen geval in zijn
nadeel pleit.
Toen hij door de Duitschers werd
gevangen genomen had hij zijn
portemonnaie en zijn portefeuille bij zich.
In zijn portefeuille bevonden zich foto 's
en enkele brieven. Verder eenig geld.
Foto 's en brieven hebben we niet terug
gezien. Slechts kregen we de portefeuille
en de portemonnaie, meerdere malen
22