op gegeven met miin schroevendraaier.
27 mei 1943.
$d. tU f l-l /fkt- 2./
/s\ ldr*-/? 9 cf c fA£^-
Wt w Y
Piet Keijser Mz schreef me een brief met
de volgende inhoud:
Haelen, 28 oktober '03.
"De tijd '40-'45 herinner ik me bijna van
dag tot dag. Er is zoveel gebeurd, ook in
onze familie.
Op een zeker moment was het dan ook zo,
dat de klok uit de kerktoren was gehaald
i.v.m. omsmelten t.b.v. de oorlogsindustrie.
Het was dus gedaan met de klok. Ook was
het geen baldadigheid toen wij er met de
klepel (die er bij lag) op gingen slaan. Het
was puur omdat wij er 'n souvenir van
wilden overhouden. Grote mensen vroegen
er ook om, dus wij maar slaan natuurlijk.
Zelfs Pietersewilde zo n scherf en 'k heb
hem dat gegeven.
Je vraagt of ik weet wie de klok eruit
hebben gehaald en hoe; dat weet ik echt
niet. Zelf heb ik nog heel lang zo'n scherf in
mijn bezit gehad, maar is in 'n spiekerkissie
terecht gekomen (weg).
Die marechaussee van Dijk is bij ons thuis
ook geweest en ik moest vertellen hoe en
waarom ik dat gedaan had. Natuurlijk
wilde hij weten wie er nog meer hadden
geslagen op die klok, maar ik wist het
natuurlijk niet echt. Ik denk van erg veel
kinderen uit de omgeving (niet te tellen).
De volgende brief in dit archief is een
schrijven van 25 juli 1945 van de
directeur gemeentewerken van de stad
Groningen aan de burgemeester van
Texel.
Hij schrijft dat er zich onder zijn beheer
een aantal klokken uit heel Nederland
bevinden. Oorspronkelijk waren ze
opgeslagen in een depot in Spijk.
Daar zou een Duitse deskundige
onderzoeken welke klokken konden
blijven, maar op een gegeven moment
werden ze allemaal naar Duitsland
verscheept.
Na een protest zijn de klokken
teruggebracht en in Groningen beland
in een opslagloods van de gemeentelijke
dienst.
Het is te danken aan de manipulaties van
den magazijnmeester den Heer Dijkema"
dat de Duitsers niet ten tweede male de
klokken konden meenemen.
Verder schrijft hij, dat er een 400-tal
klokken een merk dragen, waardoor
ze te identificeren zijn, en een van de
nummers is 7/173 C.
En, zo schrijft hij verder, als er nog meer
klokken uit de gemeente zoek zijn, dan
kunnen ze dat in Groningen gemakkelijk
nagaan aan de hand van de gegevens
van de Inspectie Kunstbescherming.
Hoe groot de vreugde op Texel is, is niet
meer te achterhalen.
Alle kerken krijgen bericht met de
mededeling dat klok 7/173 C in
Groningen is opgeslagen en er wordt
gevraagd in dat schrijven van 1
augustus 1945 of deze klok aan een van
de kerken toebehoort. De waarnemend
burgemeester Ir. F. L. A. Maandag weet
dat zeker niet zo goed. Onderaan de brief
staat met potlood geschreven: "De Waal
- klok nr. 7/173 A?" De antwoorden
komen snel binnen. Pastoor J. J. J. H.
Riswick van de Cocksdorp meldt dat de
klok van zijn kerk het nummer 7/195 B
draagt en een gewicht heeft van 174 kg.
De kerk van Oudeschild heeft nummer
7/177 C, zo staat er met potlood onder
geschreven. Ook pastoor Gussenhoven
schrijft dat het niet de klok is van Den
Hoorn noch van
12