Uit dit lijstje werden drie kandidaten
geselecteerd voor een plaatselijk exa
men: Reijer Vekke, Jan van der Spruit
en Willem van Haarst. Dat examen
werd gehouden op zaterdag 30 novem
ber 1805 in de schepenkamer van het
Texelse raadhuis. Als examinatoren
fungeerden onderwijzer De Ridder van
Oudeschild voor het algemene gedeel
te, en onderwijzer Jacob Grauw van
De Koog nam speciaal het onderdeel
stuurmanskunst onder zijn hoede.
Met name De Ridder wilde zeer gron
dig te werk gaan. De sollicitanten wer
den vanaf 10 uur 's ochtends geëxa
mineerd in de cijfer-, stuur-mans-,
schrijf- en leeskunst en hun
bekwaamheid in de Nederduitsche
taal werd ook getoetst. Het was al één
uur 's nachts toen de aanwezige
gemeenteraadsleden ingrepen en het
examen lieten staken. De sollicitanten
kregen een reiskostenvergoeding
betaald en konden hun logies opzoe
ken. De leden van de municipaliteit
besloten ook te gaan slapen en enkele
dagen later in overleg met de exami
natoren een besluit te nemen over de
benoeming.
Hoewel J. van der Spruit uitmuntte in
de schrijfkunst, was Willem van
Haarst verre de bekwaamste in de
lees- en taalkunst. Hij werd dan ook
benoemd tot schoolmeester van Den
Burg, en daarbij hoorde tevens de
taak van oppasser van het uurwerk
van de kerktoren van Den Burg. Een
andere gebruikelijke nevenfunctie
voor een schoolmeester was het kos
ter- en voorzangerschap. De kerken
raad van de gereformeerde gemeente
van Den Burg besloot echter hem niet
te benoemen tot voorzanger daar Van
Haarst zijn organen zo sterk niet
waren als die van zijn mededingers.
Met andere woorden: hij zong niet
hard genoeg. De municipaliteit was
hierover nogal verbolgen en schreef
aan de schoolopziener dat de kerken
raad gehecht was aan het aloude zin
gen en "stellen zij alleen daarom meer
prijs op het onzedelijke, onbekwaame
en onagtzame, dan op het tegenover
staande".
Aan de afwijzing van de kerkenraad
van Willem van Haarst als voorzanger,
was een financieel nadeel verbonden
voor de gemeente. Er was namelijk
besloten om hem een inkomen van
f 210,- per jaar te garanderen.
Normaal gesproken zou de eilandskas
de schoolmeester een traktement van
f 165,- betalen, en dat werd dan aan
gevuld door de f 45,- per jaar van de
kerk voor de voorzanger en koster. Nu
draaide de municipaliteit geheel voor
de kosten op. Overigens kreeg de
gemeenteraad geen spijt van de extra
uitgaven, want onder Van Haarst
bloeide de school aan Den Burg zoda
nig op dat er al snel een ondermeester
benoemd moest worden wegens het
toegenomen leerlingaantal. In 1807
waren er meer dan tweehonderd leer
lingen, waardoor zelfs de bouw van
een nieuwe school noodzakelijk bleek.
Willem van Haarst bleef circa tien jaar
als eerste onderwijzer der jeugd in
Den Burg werken. Hij trouwde in 1812
met de Texelse Barber Rab. Met zijn
gezin vertrok Van Haarst rond 1815
naar Sneek.
Miriam Klaassen
Bronnen:
Notulen van de municipaliteit,
Burgerlijke Stand Texel,
Online databases Rijksarchief
Eriesland.
18