RAMP BIJ DE KOOG zaterdag 4 juli 1903 Een der roeiers vertelt daarvan dit: Het gebeurde op zaterdag in de kermisweek van 1903. We zouden een oefening houden met de boot. De zee stond hol en de branding was niet mis, maar de omstandigheden werden voldoende gunstig beoordeeld om de oefening te laten doorgaan. We staken dwars door de branding de volle zee in en roeiden tot plm. 1000 m. uit de kust, dat ging allemaal goed. Nadat we de kop van de boot van een zak hadden voorzien, keerden we naar het strand terug om nadere orders. Toen gingen we weer de zee in tot plm. 70 m. van het strand, waar het anker we het anker uit wierpen. Tweemaal werd in onze richting een vuurpijl afgeschoten. De eerste trof uitstekend, de tweede minder goed. We haalden het anker op en roeiden nog 30 meter verder de zee in. Weer werd de boot verankerd, want er zou nog een vuurpijl afgeschoten worden. We lagen er 20 a 25 minuten, toen er opeens een grondzee opkwam, zo heftig, dat het ankertouw slipte of brak en de boot in een ondeelbaar ogenblik omsloeg. Met z'n twaalven lagen we in zee; zeven van ons lagen eerst onder de boot, maar konden zich er bovenop werken. Drie zwom men naar het strand, maar we misten er twee: K. Tuinder en D. Bruin. We hadden het geluk de laatste ook op de boot te helpen. Intussen waren we met de boot het strand op plm. 50 meter genaderd. Juist had een van onze roeiers, C. Koopman, onderzocht of het touw met het anker nog aan de boot zat - er bleek niets te vinden - toen de stuurman van de 'Ada van Holland', L. Mets, al zwemmen de onze boot bereikte. Inmiddels was deze op een ondiepte geraakt. We hebben toen met z'n zessen, geholpen door stuurman Mets, de boot opgelicht om te zien of onze vermiste kame raad Tuinder daar onder lag. Helaas was dit het geval; hij bleek overleden. Groot was de ver slagenheid. Wij en stuurman Mets deden ons best om te doen wat er te verrichten viel. Inmiddels waren W. Kaan en D. Bruin bewus teloos geraakt. Aan het strand gekomen, stelden burgemeester Jonckheere, voorzitter van de plaatselijke Commissie der N.H.R.M., de heer Moojen, semi-arts en dokter A. Wagemaker de uiterste pogingen in het werk om Kaan en Bruin weer tot bewustzijn te brengen, waarin zij gelukkig slaagden. Het stoffelijk overschot van de roei er Tuinder werd naar Oudeschild overge bracht. Diezelfde avond nog bezocht de burge meester de weduwe Tuinder om haar zijn deel neming te betuigen. W. Kaan en D. Bruin waren na enkele dagen weer geheel hersteld. De reddingbootbemanning bestond bij aanvan gen van de oefening uit: C.Mz. Zegel, schipper, K. Tuinder, D. Bruin, W. Kaan, C.C. Koopman, J. Henkes, Jb. Boon, W.Lz. Schagen, D. Hemelrijk, J. Schellinger, D.Cz. Krijnen en K.Cz. Krijnen (Uit: Texelse Courant). Dirk Cz. Krijnen *ca. 1875 -visser- trouwde met Anna Alida Hendrica Pieters Vlas 22-02-1875 Klaas Cz. Krijnen 1857 -visser- trouwde op 18 mei 1890 met Trijntje Alberts Boon *19-08-1869. Jan Dz. Henkes *ca. 1875 -visser- trouwde met Hendrica Cornelis Vlas 28-03-1876 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2003 | | pagina 25