KOMVISSERIJ Een kom is een uitgebreid stelsel van netten. De vissers spanden bij laag water langs palen hun netten, die staand want werden genoemd. Elet want werd zodanig geplaatst dat de vis die langs de kust zwom via een lange rij schutwant werd geleid en zo in het vanghok terechtkwam waarin twee kelen het de vis vrijwel onmogelijk maakten om uit de netten te ontsnappen. Tijdens de haringtrek werd er veel haring (mét kuit) gevangen die op weg was naar de Zuiderzee. Op de terugweg werd de vis opnieuw opgewacht door de vissers. Omdat de haring dan kuit had verschoten, bracht de vis veel minder op. Er werd niet alleen haring gevangen. Ook geep werd gevangen in het staande want. Andere soor ten: rog, harder, tong, makreel, pieterman en een enkele keer een zalm. (Gegevens en de schematische weergave uit: Van de prins geen kwaad. Will Thijssen en Gerard Timmerman. 1996) Schematische weergave van de wijze waarop de komvissers hun netten opstelden (bron NIOZ) 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2003 | | pagina 21