1 Wij, ondergetekenden als Roomsche armbe zorgers van Den Burg als bij overlevering ons onder het oog is gebragt van de Erfgenaame van wijle Cornelis Klok en Martje Jans Smit dat bij testement is gemaakt een Lagaat ten behoeve van de roomsche armen cas aan den Burg voorn. Een somma van twee duij- send gulden voor welk Lagaat de voorn, over ledenen hebben bedongen alle jaren vier en twintig ziel missen te laaten leesen voor Cor nelis Klok en Martje Jans Smit. Hondert jaaren lang begonnen met het jaar agtien hondert en tien en eijndigen met de jaaren negentienhonert en tien, terwijl het testement weg is en geen compie van het zelve kennen khjgen zo hebben wij onderge tekenden goed gevonden om het zelve voor aan in het Arm Boek te stellen tot verzeker- heijd om de wil vande overleedenen te vol doen. Indien het Boek volgeschreeven is zo moet het zeiven overgebragt worden in het nieuw aanvolgende Boek. Actum texelden 12febr. 1820 Hendrik van Heerwaarde 99 Jan Polder 99 Reijer Dijker 99 De financiële toestand van de Texelse her ders schijnt in deze dagen niet erg gunstig te zijn geweest. In een smekend schrijven vraagt de pastoor de President Kerkmeester om hem zijn traktement uit de betalen. Hij zou zulks niet doen als hij zich redden kon en hoopte dat dit verzoek hem niet kwalijk zou worden genomen. Wij weten dat het trakte ment uit de kerkenkas slechts f 265,- bedroeg en dat er van traktement van de staat geen sprake was. Deze pastoor, Batres, werd op 12 mei 1813 opgevolgd door pastoor Leonard van Marrewijk. Hij moest al in februari 1814 een beroep doen op zijn gemeenteleden om zijn tekort aan te vullen. De priesters kregen niet genoeg geld en hoe wel de Armenkas nogal wat schenkingen en legaten kreeg toe bedeeld, moesten de kerk meesters elk jaar bijspringen. Zo ontvingen zij van de overleden Albert Gorter een be drag van f 210, - in het voorjaar van 1814. Al in 1800 kregen zij bij testamentaire be schikking van 1778 een bedrag van f 3000,- van Cornelis Dirkse Dijt en Grietje Alberts en de eerder gemelde som van f 2000,- in het jaar 1810. Ook in 1815 verkregen zij 'een stuk land' van Maria Jans Kerssemaker, we duwe van Simon Jansz Kwast. 2) Rekening en verantwoording werd gedaan in de maand februari door de heren Kerkmees ters voor de gemeenteleden. Bovendien werd de 'oudste' Kerkmeester bedankt voor zijn werk en werd er een nieuwe benoemd. De aanwezigen ondertekenden de geziene reke ningen). De pastoor en de kapelaan werden er toen nog zorgvuldig buiten gehouden. Eerst in 1827 vindt er een verandering plaats. Voor het eerst wordt er mede ondertekend door kapelaan B. Machot. Bij de onderteke ning van de Armenkas staat tussen de na men van de leden (opeens) ook de naam van de pastoor: G. Boode. In 1828 wordt zowel door pastoor Boode als door kapelaan de Garde ondertekend. 1) Inventaris R.K. Par. Armbestuur den Burg op Texel 1909, Derde Hoofdstuk: Oude stukken en testamenten enz. no. 15: Een Grootboek 1 mei 1777. (vooralsnog onvindbaar!) 2) Provinciaal Archief te Haarlem. Langzamerhand begint het bisdom van Haar lem de handen uit te steken naar de parochi ale besturen. Bisschop F.J. de Vree van Haarlem is de eerste die een reglement laat maken waaraan de bestuurders zich hebben te houden. Dit houdt onder meer in dat niet parochiale instellingen der liefdadigheid zich voor 21 mei 1855 moeten melden bij de de ken.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 9