Ainftordaip
^V^onfter Rolle. van de: en>^troblëfi
>y ^":VV
van zijn derde dochter Antje. Zij werd ge
doopt op 2 november 1783. Simon ging met
het schip 'Broederslust' weer naar Suriname.
Hij had 30 eters aan boord. Hij haalde op 5
dec. 1783 de zeebrief op bij de Waterschout
in Amsterdam. Hierin verklaarde Simon onder
ede dat hij met het schip 'Broederslust' groot
197 lasten zou vertrekken.
Toen Simon richting Suriname was, overleed
zijn vrouw Saartje, 29 jaar oud. Saartje werd
op 14 februari 1784 begraven in Den Hoorn.
14 dagen later overleed ook Simons moeder,
Jantje Groenveld. Zij werd ook in Den Hoorn
begraven. De kinderen van Simon waren
toen 5 jaar, 3 jaar en 3,5 maanden oud. Niet
bekend is wie in die tijd de kinderen verzorg
de. Misschien wel Simons zuster Trijntje. Zij
trouwde in april 1784 met Dirk Cornelisz
Boon. De thuiskomstdatum van Simon is niet
bekend, wel te begrijpen is dat het geen vro
lijke dag geweest zal zijn. En dat was nog
niet alles. Simons broer Krijn verdronk op zee
en werd op 10 september 1784 begraven in
Den Hoorn. In november was Simon thuis. Bij
het register van Weeszaken werden Simon
Jansz Vaartjes, Cornelis Klaasz Swart en Jan
P. Knaap aangesteld als voogden over het
minderjarige kind van Krijn Jansz Vaartjes en
Antje Mietes, de 12-jarige Jan. In november
verkochten de voogden en Antje Mietes het
kofschip voor 390 gulden gereet geld aan
Giel Duijnker. Aan Willem Keijser verkochten
ze een achtste part in een rinkelaar genaamd
'de Hoopende Lootsman', gevoerd door
schipper Jan Pietersz Krijnen. Hier werd 155
gulden gereet geld voor betaald. Zo had Antje
Mietes weer wat geld omhanden om samen
met haar zoon te leven. Simon had inmiddels
op 27 oktober weer een monsterrol laten op
stellen in Amsterdam. Hij ging wederom met
het schip 'Broederlust' naar Suriname. Er wa
ren weer 30 eters aan boord, er ging weer
geen andere Texelaar mee. Op 30 november
1784 haalde hij de zeebrief op bij de Water
schout in Amsterdam.
Op 17 nov. 1785 was Simon nog steeds, of
weer, 'uijttandig'. Bij notaris Van Steenbergen
verschenen Jan Pietersz Knaap en Cornelis
Klaasz Swart, mede voor de thans 'uijtlandi-
ge' Simon Jansz Vaartjes. Zij machtigden de
dis haar verhuurt hebben, endeop denavolgendeCondit|(^ngraopenxynten dienft* 4^1"^
van het Schip', gcnaamc •:'v^
daarfoor Sciiipper op comm»ndccry/*-v->*-<sV*
of die by verandering óf verècr£j/zyn
zullen varen met het voorn^^p van dezer
Ü-fr» ...i| y ""^StS
van daar wèderkeeren voor deze Stad, ofcenaaf 7
7