SIMON JANSZ VAARTJES UIT DEN HOORN
schipper in kou en warmte
Bij 'mijn' walvisvaarders komt Simon Jansz Vaartjes voor. Hij heeft een paar jaar als
commandeur ter walvisvaart gevaren, maar heeft geen spectaculair walvisvaartverle
den. Hij stond ook niet bovenaan mijn lijstje om een artikel over hem te schrijven. Maar
Simon ging later wel bij de VOC varen. Dat is natuurlijk wel interessant in dit VOC-jaar.
Daarom ben ik mij meer gaan verdiepen in Simon en zijn familie. Ik heb dagen doorge
bracht in de archieven van Haarlem, Den Haag, Amsterdam en Rotterdam, uren zitten
schrijven, heel veel aktes doorgenomen, veel monsterrollen doorgelezen (ook alle
Texelaars opgeschreven die ik tegenkwam). Zo kwam ik wel veel over Simon Jansz
Vaartjes te weten, en voelde ik mij heel betrokken bij zijn leven! Je krijgt heel veel
ontzag voor de mensen die in die tijd leefden. Het leven was hard, zowel aan boord
van de schepen, als aan het thuisfront. Het verhaal is natuurlijk geen volledig levens
verhaal. Er blijven altijd zaken die niet, of nog niet, te achterhalen zijn. Het is volledig
op historische feiten gebaseerd, en bewust niet geromantiseerd.
Simon Jansz Vaartjes werd op 28 maart 1753
gereformeerd gedoopt in Den Hoorn. Zijn va
der Jan Krijnsz Vaartjes en moeder Jantje
Simons Groenveld waren in 1747 in Den
Hoorn getrouwd en woonden in 1750 in het
huis van commandeur ter walvisvaart Dirk
Jacobsz Daalder. Simon was het derde kind
uit het gezin. Zijn oudere broer Krijn en zuster
Neeltje zijn vóór 1751 geboren. In 1756 werd
broer Willem geboren, in 1758 Trijntje, in
1760 Cornelis, in 1762 Dieuwertje en in 1764
Antje. De zusjes Dieuwertje en Antje zijn
waarschijnlijk jong overleden. Ik heb niets
over deze meisjes kunnen vinden.
Vader Jan was zeeman en loods. In 1755
slaagde hij op 34-jarige leeftijd voor zijn lood-
sexamen. Hij voer in 1756 als stuurman bij
schipper Pieter Knaap, ook uit Den Hoorn. In
oktober 1756 verongelukte dit schip op de
Breesemerbank. Het schip was met hout ge
laden. De bemanning is na een paar dagen
door een loodsschuit van boord gehaald.
Het gezin Vaartjes had ook een winkeltje
waar zij een vergunning hadden om zout,
zeep, boter, meel, tabak, vetten, koffie en
thee, bier, wijn, azijn en gedestilleerd te ver
kopen. Vader Jan kocht in 1757 een kofschip
van 46 voet lang (ca. 14 m.) en 15 voet breed
(ca 4,5 m.). Hiervoor betaalde hij 1200 gul
den contant.
Toen Simon 14 jaar was, overleed in juli 1767
zijn vader. Hij werd in Den Hoorn begraven.
Moeder Jantje kon het winkeltje toen goed
gebruiken. Het zal geen vetpot geweest zijn
met 6 kinderen onder de 18 jaar. Zes jaar
later, in augustus 1773, overleed op 17-jarige
leeftijd broer Willem, een jaar daarna, de
cember 1774, overleed ook zijn 14-jarige
broer Cornelis.
Cornelis was op 6 december met 5 vrienden
schaatsend naar Den Burg gegaan, ze dron
ken daar in De Zwaan bier. Het weer ver
slechterde met veel sneeuw. Drie vrienden
gingen op tijd naar huis. De andere drie,
waaronder Cornelis, gingen veel later en zijn
onderweg gestrand in de sneeuw. Ze waren
in een hooischelf gaan schuilen en raakten
onderkoeld. Toen ze gevonden werden, was
Jacob Graauw al overleden. Teunis Dekker
leefde toen nog even. Cornelis is nog levend
naar huis gebracht, maar daar is ook hij over
leden. Deze gebeurtenis is beschreven in een
lied (1). Hierbij 1 couplet over Cornelis:
De drie vrienden zijn op 10 december in Den
Hoorn begraven.
Simon was in oktober 1773 lidmaat geworden
Tehuis al op een warm bed
ging men hem wat ingeven
tussohen twee mannen; wel opgelet
aan wederzijnen eenen
Maar wat men deed en wat men liet
het kreunen van koude, veranderde niet
Tot de derde van deez' knapen
helaas ook is ontslapen.
4