xV\ v
pastoor, 'wat is dat voor vis?' 'Gaap, meneer pastoor!'
Op de school van Zuid Eierland werd er vroeger streng op toegezien dat de kinderen Neder
lands spraken. Een joch, dat erg zijn best erop deed, vroeg aan de juf: 'Juf, mag ik het potje
gluiton?'
Een Texels meisje was naar de stad verhuisd. Na een paar maanden logeerde ze bij een oom
en tante in Den Burg. Toen haar nichtje eens aanstalten maakte om in een onrijpe peer te
bijten, zei ze: 'Niet doen Karin, die peer is nog ruidig!' (Onrijp is in 't Tessels 'ruüdig'.)
Ik hoop dat u hebt genoten van deze humor, en met dank aan de inzenders van deze anek
dotes teken ik,
G.E. Dros
V w
w M m
r;1 -\ m
VYvWJ>I UB> orok
28