II
waarom zij pas vier jaar na haar geboorte
werd gedoopt. Dit voorval zal wel de nodige
commotie in Den Hoorn hebben gebracht.
Kreijnetje wordt trouwens nergens genoemd
als erfgenaam en zal dus wel niet erkend zijn.
Simon was op 14 juni 1789 op Texel, want
toen werd zijn zoon Jan gedoopt en was hij
als vader getuige. Hij heeft de afgelopen peri
ode genoeg geld verdiend om ook aan ande
ren iets te lenen. Dirk Reijnders uit Den Burg
leent van hem f 1600:-. Borg is een huijs,
schuur en erf, geapproprieerd tot eene grutte-
rij aan de Molenweg te Den Burg en nog eens
1100 roeden lands in de polder de Westen -
de Groote Vrouwe Koog. Deze lening is begin
1797 afgelost.
Eind december 1789 vertrok Simon als capi-
teijn naar Batavia. Hij was nu in dienst van de
VOC. Hij voer nu op het schip 'Hoornwegh'
voor de kamer Delft. Zijn gage was f 66,- per
maand. Voordat Simon vertrok, had hij al een
schuld bij de VOC: 2 mnd. gage f 132,-,
schuld aan J. Jansz f 300,- en 2 kisten f 19,-.
Er waren nog 3 Texelaars aan boord: Simons
zwager Claas Hertjesz Zwart, zijn neef Jan
Krijnsz Vaartjes en Adriaan Pietersz Steijne.
Er waren totaal 258 mannen aan boord, be
manning en soldaten. Simon moet nu met de
andere Texelaars richting Delft reizen om aan
boord te gaan. De schepen van de kamers
van Rotterdam en Delft vertrokken via het
Hollands Diep langs Goeree naar de Noord
zee. Na 7 maanden en 26 dagen kwamen ze
op 26 juli 1790 aan bij Batavia. Simon bleef
aan boord tot eind augustus. Van de 258 man
zijn er niet veel overgebleven. Aan boord en
in het hospitaal van Batavia overleden in de
loop van het jaar 126 mannen. Dat is wel
48% van de gehele bemanning! Onder de
doden was ook zwager Claas Hertjesz Swart.
Hij overleed op 1 augustus 1791 in het hospi
taal van Batavia, 21 jaar oud.
21 September 1790 vertrok Simon van Bata-