nen, de landerijen waren met vee bezet en
nodig voor de voederwinning
Nu het vrede was, zouden de gebruikers
niet dulden dat landerijen door militairen in
bezit genomen werden. Het gemeentebestuur
voelde zich onbevoegd om land te vorderen.
Op het eiland was slachtvee zo schaars, dat
de inwoners dit al misten voor hun dagelijks
gebruik.
De ondernemer, Gunning, kon onmogelijk
voor zoveel manschappen vlees en ligstro op
Texel verkrijgen. Bij aanvoer van over zee
zouden wind en stroom dikwijls belemmerin
gen zijn en hierdoor zou het bestuur in grote
verlegenheid komen.
Tenslotte gaf de gemeenteraad in overwe
ging de militairen in de naburige zeesteden,
zoals Medemblik, Enkhuizen en Hoorn, onder
te brengen. Daar waren voldoende geschikte
verblijfplaatsen en de overige benodigdheden
aan te voeren, terwijl de soldaten op het ei
land veel ongemakken en ontberingen zou
den krijgen.
De brief van 18 mei had geen enkel resultaat.
Op woensdag 26 mei vergaderde de ge
meenteraad al 's morgens om acht uur. De
ontvangen aanschrijving van de Raad van
Oorlog gedateerd op 21 mei bevestigde de
komst van de troepen naar Texel. Zij kwamen
in kampementen en zouden daaruit naar
Kaap de Goede Hoop vertrekken.
Namens zijn commandant ging een kapitein,
La Seur, met een Texelse bestuurder een
kampeerplaats zoeken. Zij bezichtigden de
Mient tussen de Maaikeduin en het Alloo, de
'geabandonneerde' (=prijsgegeven/niet ver
huurde) terreinen in Gerritsland en het
4
Bij de Kaap was een nederzetting, die van het
grootste belang was voor de zeereizen naar
Indië. In juni 1795 hadden de Engelsen de
Kaap veroverd en zij moesten deze -volgens
een bepaling in het vredesverdrag van maart
1802- weer aan de Bataafse Republiek af
staan.
In januari 1806 werd de Kaap de Goede Hoop voor de tweede keer, maar nu definitief, aan de
Engelsen overgegeven. Tekening door JClark en JHamble, 1806.
National Maritime Museum, Greenwich)