Ongenode gasten Op dinsdag 7 december 1802 zette een onbekend gebleven Noordzee-visser een drietal Franse zeelieden op het Texelse strand. Nadat zij drie dagen op en over het eiland gezwalkt hadden, kwamen zij op bezoek bij de burgemeester, die een reisver slag van de bijna naakte en berooide buitenlanders kreeg. Met een paspoort van de Franse ambassade in Denemarken konden zij zich legitimeren als Jacques Juricot, Antoine Bourquet en Pierre Lefebre. Vanuit Bordeaux waren zij vertrokken met het schip Le Roze, dat op de Noorse kust verloren was gegaan. Zij waren in Emden op een ander schip gestapt. Dat had als bestem ming Rotterdam, maar de kapitein had de drie zeelieden ter hoogte van Texel overgezet op een vissersschip, dat hun daarna aan de wal had gebracht. Tevergeefs hadden zij geprobeerd een schip te vinden dat hen naar Amsterdam zou kunnen brengen. De burgemeester loste hun problemen op. Zij werden op vrijdag 10 december op het kaagschip naar Amsterdam gezet. De schipper van dat vaartuig kreeg een uitvoeri ge brief voor de consul van de Franse republiek in Amsterdam mee. De gemeente Texel had aan verteringen voor f 7.13.- (7 gulden en 13 stuivers) aan kosten gemaakt. De vracht naar de stad met het kostgeld be liep f 3.13 -, zodat de consul werd verzocht totaal f 11.6.- aan de schipper te betalen. Van de opdracht aan de schipper de drie Fransen bij de consul te brengen kwam niets terecht, omdat het drietal direct bij aankomst op de wal stapte en spoorloos verdween. De kaagschipper, die ze nergens meer had ge vonden, ging een week later weer naar Am sterdam en had een nieuwe brief voor de consul mee. Omdat die weigerde de kosten te betalen, werd in de gemeenteraad nog stevig nagepraat en daarna het verlies genomen. Tweede geval Het smakschip 'de Landman' van schipper George Pieters is in begin januari 1803 in de mist op de Eierlandse Gronden gestrand. Het vaartuig was uit Portsmouth (Zuid-Engeland) vertrokken en had Emden aan de Elbe als bestemming. Aan boord waren onder ande ren Joseph Elme uit Mannheim in de Opper- Palts, zijn vrouw en haar vader, Vincent Co- lumbo, afkomstig uit de buurt van Napels in Italië. Joseph en Vincent waren beiden 'Corpo- ral des Chasseurs' en hadden gediend in het regiment van generaal Willot onder Engels soldij. Het drietal was op Texel aan de wal geko men. Elme's vrouw was hoogzwanger. Daar na was zij bevallen van een zoontje. Mede hierdoor hadden zij het contact met de ande re schipbreukelingen verloren en door de daarop volgende strenge vorst waren zij ver hinderd te vertrekken. Op 25 januari kwamen de twee berooide mannen met hun verhaal in de gemeente raad. Alles wat ze maar konden missen had den zij verkocht om aan levensmiddelen te komen. Zij verzochten ondersteuning van de gemeente en een schriftelijk bewijsstuk van hun schipbreuk. Daarmee wilden zij naar de keizerlijke consul te Amsterdam, omdat de Kaagschip Eerste geval Naakte en naakt had in die tijd niet de betekenis 'zonder kleding', maar kaal of zonder overjassen. Kwam ook in andere stukken voor. Naakende mon- netjes, sneeuwklokjes (Het Tessels S. Keijser. Blz. 131). 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 15