doop ve vepeenigde oosr-iNDiscHe compagnie
in nedepland ingevoepde plantten
Het 'Gouden Boltje' heeft naast een rijke na
tuurlijke flora ook een zekere faam als het om
cultuurplanten gaat, bijvoorbeeld knol- en
bolgewassen. Als jongens hadden we het
over de 'irrepelfabriek', beter: het aardappel-
selectiebedrijf. De cultuur van bloembollen
heeft zodanig opgang gemaakt, dat hele stuk
ken van Texel in voorjaar en voorzomer in de
mooiste kleuren zijn getooid. Bollentelers èn
vele andere burgers kunnen je vertellen dat
de tulpen uit Turkije komen. Onze kennis
over deze bloembol begint ergens in de zes
tiende eeuw met verhalen over de overvloed
ervan in de paleistuinen van de Serai, aan de
oevers van de 'Gouden Hoorn' in het toenma
lige Constantinopel. De Levantvaart, de han
del met de landen langs de Middellandse Zee
en het Nabije Oosten, brachten de tulpenbol
len naar het westen.
Het bleken echter niet wilde, maar gekweek
te, gecultiveerde soorten te zijn. Uit de zoek
tochten in later eeuwen bleken de oersoorten
veel verder naar het oosten voor te komen,
tot in China toe. We kennen inmiddels wel
wat meer oosterse planten in onze regionen
dan de tulp. Een deel ervan is 'ontdekt' door
mensen die met de schepen van de Veree-
nigde Oostindische Compagnie -de VOC-
naar het Verre Oosten en Zuiden meevoeren,
om er zaden, bollen, knollen, wortelstokken
en zelfs complete planten te verzamelen en
naar het Westen te verschepen.
Enige historische achtergronden met betrek
king tot de VOC mogen we niet achterwege
laten. Tijdens de staatkundige woelingen al in
het begin van de regering van Filips II (1555-
1598), was de Republiek, zowel in politiek als
in economisch opzicht, een van de leidende
mogendheden van Europa geworden. In de
Republiek, naar haar belangrijkste provincie
aangeduid als 'Holland', speelde niet de adel,
maar de burgers/kooplieden de hoofdrol. Het
hart van het Hollandse zakenleven klopte in
Amsterdam. De stad dankte haar reputatie
aan de sluiting van de Schelde door de op
standelingen, na de capitulatie van Antwer
pen in 1585. Rijke en bekwame zakenlieden,
evenals wetenschappers, verhuisden naar
Zeeland en Holland.
Amsterdam werd de 'stapelmarkt' van exoti
sche goederen uit alle delen van de toen
maals bekende wereld. Van hieruit werden ze
verkocht door heel Europa en naar andere
delen van de wereld. Dat die transporten niet
zonder gevaar waren, zal niemand verbazen.
Buitengaats wachtten de Duinkerker kapers.
De doorvaart door de Straat van Gibraltar
werd door de Spanjolen in de gaten gehou
den. En de Algerijnse zeerovers verwachtten
dat de Hollanders er wel heelhuids doorgeko
men zouden zijn; dus ook voor hen bleef er
nog wel wat te kapen over. Toch bracht de al
genoemde Levantvaart grote winsten op.
In 1585 annexeerde Filips II Portugal, het
land dat uitgegroeid was tot het grootste han
delsimperium van die tijd. Prins Hendrik de
Zeevaarder stichtte de eerste observatoria,
om de zeevaarders de sterren te leren ken
nen. De stad Ceuta, die vanuit het zuiden de
Straat van Gibraltar controleerde, was al in
1415 Portugees. Madeira en de Azoren kwa
men in 1420 en 1431 in Portugese handen,
en Kaap de Goede Hoop werd in 1487 door
Diaz 'aangelopen'. Spanje pikte wat het pik
ken kon en Holland was nu -na de overna
mes door Spanje- wel gedwongen om zelf op
onderzoek uit te gaan om de weg naar de
Oost te vinden. Eerst werd om de noord ge
varen. Tesselse kottervissers varen ook wel
om de noord, maar Willem Barentsz en de
zijnen zochten het hogerop, tot zij door het ijs
bij Nova Zembla tot stoppen werden ge
bracht. Dan toch maar om de zuid gevaren.
De kaapvaart op Portugese/Spaanse sche
pen had inmiddels niet alleen goederen, maar
ook zeekaarten opgeleverd. Hiermee gewa
pend en voorzien van het 'Reysgeschrift' van
Jan Huygen van Linschoten -deze had eens
Goa, een Portugese stad op de kust van In
dia, bezocht- vertrok Cornelis Houtman in
1595 met 4 schepen in de richting van Kaap
de Goede Hoop. Dominee Peter Platevoet -
5