Zijn nalatenschap werd in drieën gedeeld.
Zijn jongste dochter, die sinds haar moeders
overlijden het huishouden deed, werd het
eerst genoemd en kreeg haar deel. Ook een
derde deel kreeg de vijfjarige kleinzoon, Pie-
ter Ouwens. Deze zoon van de dochter Mar-
garetha Kikkert en Casper Jacobsz Ouwens,
woonde niet op Texel en kennelijk was diens
moeder al overleden. In geval Pieter als on
gehuwde minderjarige zou overlijden, dan
verkreeg vader Casper Ouwens de helft en
werd de andere helft gezamenlijk toegedeeld
aan zijn jongste tante, Elisabeth Kikkert
(1782-Alkmaar 1809) en zijn oudste tante
Trijntje Kikkert (1774-1835), die dus elk een
kwart van een derde kregen.
Trijntje Kikkert verkreeg niet zonder meer het
derde deel van vaders nalatenschap, maar
slechts de legitieme portie of ongeveer een
zesde deel. Terwijl het restant daarvan naar
de kinderen van Trijntje zou gaan. Als Trijntje
binnen zes weken een notariële akte liet ma
ken, kon zij in plaats van dit gehalveerde deel
het vruchtgebruik krijgen van het volle derde
deel. Mocht Trijntje vóór haar vader overlijden
dan was het volle derde deel voor haar kinde
ren. Overleed Trijntje later nadat zij gekozen
had voor het vruchtgebruik, dan zouden ook
haar kinderen slechts het vruchtgebruik er
ven.
Hieruit bleek dat Arie wilde voorkomen dat
Lambert Albertusz Kikkert, de echtgenoot van
Trijntje, enig profijt uit de nalatenschap zou
krijgen. Wat was voorgevallen tussen Arie en
de schoonzoon is niet achterhaald. In 1802
was de verhouding nog goed. Lambert han
delde in vee en Arie leverde hem een koe,
die afkomstig was van Eierland
In het testament werden drie executeurs
aangewezen: Hermanus Lambertsz Kikkert
(1746- Amsterdam 1806), zijn jongere broer,
Adrianus Pietersz de Lange (ca. 1775-Alk-
maar 1855), procureur te Alkmaar en Abra
ham Adriaansz Wentel (1749-Alkmaar 1829),
notaris te Texel. Er werden waarborgen in
gebouwd om te voorkomen dat weesmees
ters, weeskamers of gerechten in welke
plaats dan ook enige grip kregen op de nala
tenschap voor de minderjarigen.
Een zeer treffende gebeurtenis was het hu
welijk in 1805 van de dochter Elisabeth met
de genoemde Adrianus de Lange, die notaris
te Alkmaar werd en in 1810 nog hertrouwde
met Anna Abrahamsz Wentel
Arie, geboren in de Republiek der Zeven Pro
vinciën en gedurende de gehele tijd van de
Bataafse Republiek -waarin hij in 1805 het
stemrecht had- heeft gerentenierd, moest op
zijn oude dag nog het ontstaan van het Ko
ninkrijk Holland onder Lodewijk Napoleon in
1806 meemaken. Hij werd na zijn overlijden
op 14 maart 1807 bij zijn echtgenote in de
Hervormde Kerk aan de Binnenburg begra
ven.
Cor Reij
Bronnen:
De nadagen van de VOC 1783-1795 I.B. Dillo
Amsterdam 1992
Koopman in Azië. De handel v.d. VOC 18e
eeuw. Els M. Jacobs 2000
Worsteltent-archief. Boerderijenboek. Dijt II
GAT no. 6 t/m 11
Relaas v.d. muiterij Comp.schip Nijenburg.
Terra Incognita Amsterdam 1992
Van Compagnie naar koopvaardij Dr. E S.
van Eyck van Heslinga. 1988
De VOC in de kaart gekeken. 1602-1799. P.
Van Mil e.a. SDU 1988
de Convexe Kustboog. Deel 2. Dr. H. Schoorl
1999 (blz. 428)
Met hartelijke dank aan Ineke Vonk-Uitgeest
voor de verstrekte gegevens over de reis
1773/1775 en de akten van 1776, 1782 en
1804.
39