35 Rede van Malakka met een Deense en twee Nederlandse Oostindiëvaarders. Een van de VOC-schepen geeft een saluut aan het kasteel, waar de Nederlandse vlag stoer wappert op de toren van de voormalige Portugese Sint Pauluskerk, die door de Compagnie was verbouwd tot sterke burcht. Het kleinere schip onder Engelse vlag is vermoe delijk een country trader. Anonieme tekening eind 18e eeuw (Ned. Scheepvaartmuseum Amsterdam) een ziekentrooster. Deze man verving een dominee. Hij was lager in rang en mocht pre ken voorlezen en voorzingen in de kerkdiens ten, die volledig in de geest van de Staats kerk gehouden werden en waaraan iedereen zich moest aanpassen. Minimaal 80 gezan genboekjes waren aanwezig. Van medische keuringen vóór een uitreis had ook de VOC nooit gehoord. Voor signalen werd -naast de scheepsbel- de trompet ge bruikt. Samen met een viool en een fluit werd gezorgd voor muziek aan boord. Nadat Arie was uitgevaren liet Lijsbeth bij no taris Jan Star een nieuw testament maken. Nu werd Sijbrand Cornelisz Keijser (1748- BGd 1802) aangewezen om de boedel te re gelen als zij tijdens Aries reis zou overlijden. Vader Dekker nam dan met hem de verzor ging en de opvoeding van de dochters op zich. Hiermee werd voorkomen dat de wees meester een stem in de bevoogding kreeg en de kinderen -met hun vermogen- in het wees huis belandden. Bij Kaap de Goede Hoop werden de noodza kelijke verversingen ingenomen en de water voorraad aangevuld. Het belang van de Kaap werd in 1746 al berijmd door de zeeman Jan de Marre, die later examinator van de Kamer van Amsterdam werd: Zo lang Europa in 't Oost den Handel drijft, Het Oost de Schatkist van den Nederlander stijft, en de Amstel 't Pakhuis torst der Indestan- sche Waren, De schoonste Toevlucht blijft Voor Ploegers van de Baren. De reis naar Java kon nu weer veilig door de Straat van Malakka worden gemaakt, omdat daar -onder bevel van J.P. van Braam (1737- 1802)- een eskader van zes marineschepen lag. Na 1786 was er het eskader van vijf

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 37