de huid van zeekomkommers, meegebracht.
De lading voor de terugreis bestond groten
deels uit thee. De betere soorten werden in
kisten luchtdicht verpakt en de andere in
mandjes, die van bamboe waren gemaakt.
Textiel was een belangrijk product zoals da
mast, satijn, ruwe zijde en nanking-linnen.
Voor ballast werd porselein gekocht. Borden,
schotels, kannen en schalen werden ingepakt
en door de bemanning onder in het schip ge
bracht. Thee was een product met een gering
soortelijk gewicht. Peper en koffie woog 3000
pond per last van 3000 liter, tin en salpeter
4000 pond, terwijl thee maar 2000 pond per
last woog.
Het vertrek uit China was vóór het einde van
elk jaar, waarbij gebruik gemaakt werd van
de gunstige moessonwind. De retourreis werd
zonder tussenstop in Batavia door de Straat
Soenda gemaakt. Door de snelheid voor
kwam men bederf van de thee, op de kosten
kon worden bespaard evenals op mensenle
vens, want daarvan was het verlies - vooral in
de tropen - bijzonder groot.
Van het thuisfront had Arie weinig gehoord.
Zijn vrouw had juist na zijn vertrek een twee
ling gekregen. De dochter Bregje staat verder
nergens vermeld, maar Margaretha werd op
22 september 1776 gedoopt. Toen de stuur
man in het najaar van 1778 thuiskwam, kon
zijn kind al lopen. De geboorte van zijn doch
ter Stijntje (18-7-1779) maakte hij wel thuis
mee. In september 1779 was Arie de schip
per van het VOC schip de 'Indiaan'. Bij de
Amsterdamse Waterschout, die een zeebrief
afgaf, werd door Arie een beëdigde verklaring
afgelegd. Het is twijfelachtig of hij met dat
schip naar zee ging.
Tegen het einde van het jaar 1779 had Arie
promotie gemaakt en kreeg als schipper voor
de Kamer van Zeeland het commando over
het schip de 'Oud Haarlem'. Daarbij nam hij
als kajuitjongen de Texelaar Pieter Bakker
mee aan boord. Hoewel die naam op het ei
land veel voorkwam, bestaat het vermoeden
dat hij Pieter Korsz Bakker (1768-1813) heet
te. Pieter had doopsgezinde ouders en dat
kan mede bepalend geweest zijn dat hij de
zee en de VOC na deze reis vaarwel gezegd
heeft en na zijn huwelijk huurboer werd op
het Simonsplaatsje, Waterweg 12.
Bij terugkeer op de Rede van Texel machtig
de Pieter Bakker zijn gezagvoerder om de
gage van deze reis bij kooplieden te Amster
dam voor Pieter te incasseren. Notaris Jaco-
bus van Steenbergen te Texel maakte op 3
december 1782 de akte.
In 1780 was de Vierde Engelse Oorlog uitge
broken en op 5 augustus 1781 werd bij de
Doggersbank door de marine van de Repu
bliek der Zeven Provinciën en Engeland een
zeeslag geleverd, waarbij beide partijen de
overwinning claimden. Toch kwam de
scheepvaart tot de wapenstil
stand -op 3 februari 1783-
nagenoeg geheel stil te lig
gen. Sommige VOC-schepen
werden onder neutrale vlag
gebracht als het bericht van
de oorlog op tijd bij Kaap de
Goede Hoop bekend was.
Drie schepen van de Com
pagnie van de retourvloot
1781 werden als prijs naar
Engeland opgebracht. Een
vierde schip ging door brand
verloren. Het is verwonderlijk dat de Oud-
Haarlem aan de Engelse greep is ontkomen.
Mogelijk is dit schip 'benoorden om' Engeland
gegaan, daardoor aan de blokkades ontko
men en ongestoord bij Texel binnengelopen.
De jongste dochter Elisabeth Kikkert was op
14 september 1782 geboren en weer was de
vader te laat thuisgevaren.
Voor vijftig gulden kocht Arie op 20 januari
1783 voor hem en zijn vrouw een graf midden
in de gereformeerde kerk van de Binnenburg.
Het was afkomstig van de Schout jan Gerritsz
Hasselaar (1604-1638).
1 let VOC-schip 'Zeepaard' onder kapitein Dirk Muller aan de Kaap in januari 1789. Tekening
in Oostindische inkt, circa 1789.
(Rijksmuseum 'Nederlands Scheepvaartmuseum', Amsterdam)
32