Delft, onder commando van kapt. Jacob Buijs van Den Briel. Pieter was Hoogloper. Op 16 mei
1751 kwamen ze aan op Batavia. Op 6 sept. 1751 vertrekt hij als wachter op het zelfde schip.
In het najaar 1756 is hij met het schip "Overschie" naar India gezeild. En daarna heeft de VOC
niets meer van hem vernomen. Dus ook geen gage uitbetaald. In het grootboek van de VOC
staat vermeld: "blijkt per benew.memorie dat nog niet is komen opdagen".
Adriaan Pietersz Steine. geboren in 1772 in Den Hoorn, is eind dec. 1789 vertrokken met het
schip "Hoornweg" voor de kamer Delft. Er zijn nog 3 andere Texelaars aan boord: Capitain
Simon Jansz Vaartjes, Claas Hertjesz Swart en Jan Krijnsz Vaartjes, allen uit Den Hoorn.
Adriaan is jongmatroos en zijn gage is f 7,- per maand. De aankomst is op 26 juli 1790.
Adriaan komt in 1792 terug met het schip "Texelstroom" voor de kamer Amsterdam. Simon
Jansz Vaartjes ontvangt voor hem op 22 mei 1792 f 33,10. Op 14 juni 1792 ontvangt Martin
Boet, gemachtigde van Adriaan f 72.16.4.
Claas Hertiesz Swart ged 24 mei 1770 als zoon van commandeur/kapitein Hertje Klaasz
Swart en Trijntje Aarjens. Het gezin woonde in Den Hoorn. Claas vertrekt eind dec. 1789 met
het schip "Hoornwegh" voor de kamer Delft. De kapitein is zijn zwager, Simon Jansz Vaartjes
(getrouwd met Martje Hertjes Swart). Op 26 juli 1790 komen ze aan in Batavia. Claas is Cadet
de Marine en ontvangt aan gage f 12,- per maand. Op 15 juli 1791 raakt Claas in het hospitaal
van Batavia en overlijdt op 1 aug. 1791, 21 jaar oud, zonder iets na te laten. Op 22 mei 1792
ontvangt Simon Vaartjes in Amsterdam f 65,3, - voor zijn nabestaanden.
Jan Cornelisz Swart vertrekt op 6 april 1754 met het schip "Naarstigheid" voor de kamer Delft.
Jan is busschieter en zijn gage is f 10,- per maand. De aankomst op Batavia is 20 sept. 1754.
In 1757 is Jan gerepatrieerd met het schip "Geregtigheid" voor de kamer Hoorn. Hij overlijdt op
dit schip op 15 aug. 1757. De VOC betaald op 24 aug. 1757 aan Corn. Jansz Zwart - vader en
erfgenaam.
Paulus Thomas akte bij notaris Jan Star: "21 febr.1783 - Paulus Thomas, derde waak op het
schip de "Hollandia", kapitein Benjamin van der Spek, voor de VOC kamer Amsterdam, vanaf
20 mei 1778. Hij is tijdens de reis naar India op 9 dec. 1779 overleden. De erfgenamen: Jantje
Thomas x Willem Brinkman, Aaltje Thomas x Cornelis Barendsz Rijk en dan nog het minderja
rige kind van wijlen Cornelis Thomas."
Cornelis Turk is geboren rond 1743 als zoon van Simon Cornelisz Turk en Jannetje Alberts
Keijser. Ze woonden aan de Herenstraat in Den Hoorn. Zijn vader Simon was zeilmaker. Op 5
dec. 1765 vertrekt hij met het schip "D'Oranjezaal" voor de kamer Amsterdam naar Batavia. De
schipper is Frederik Kelner van Koningsberg, er zijn ruim 280 mannen aan boord. Als Cornelis
vertrekt is zijn schuld aan de VOC: 2 mnd. gage f 52,-, schuld aan J. Jansz f 300,-, 1 scheeps
kist f 9,5 en 3 kelders f 12,-, totale schuld f 373,5. Ultimo 1766 komen ze aan bij Batavia. Met
hetzelfde schip maakt hij weer de thuisreis. Maar na 2 mnd. en 6 dg. (okt. 1766) overlijdt hij
aan boord. Hij heeft nog wel getesteerd en goederen nagelaten. De goederen en zijn geld
f 108,1,- worden door de volmagten in cassa gesteld. In een akte van 9 juli 1767 bij notaris Jan
Star blijkt dat Cornelis op 4 okt. 1766 bij Pieter Hoff, eerste geswooren klerk der Bengaalse
secretarij te Hoeglie in Bengalen en twee getuijgen het testament is gepasseerd. Daarin heeft
Cornelis zijn oom Dirk Albertsz Keijser, notaris Bernardus Henricus van Dam en Jan de Boer
van Buiksloot aangesteld als executeurs van zijn testament. De heren Keijser en van Dam
machtigen de heer de Boer om alle gage te innen bij de VOC en eventuele schulden te beta
len. Tevens moet Jan de Boer bij de Heeren Frederik Hoff en Jan Samuel Bernstengel tot
Hoeglie in Bengalen, de goederen en het geld van Cornelis halen.
Jan Krijnsz Vaartjes is op 16 aug. 1772 geref. gedoopt in Den Hoorn als zoon van Krijn Jansz
26
